Politieauto

BARENDRECHT – Een man is vorige maand veroordeeld voor het in brand steken van een auto aan de Olmenwede in november 2017. Een medeverdachte van de brandstichter kon kort na de brandstichting al door de politie worden aangehouden.

De politie zag op de achterbank van de uitgebrande Seat Leon een molotov cocktail liggen, en in en naast het voertuig lagen aanmaakblokjes. Uit onderzoek blijkt dat de verdachte o.a. op gerelateerde termen heeft gegoogeld: “Als de politie de telefoon uitleest zien zij dat er op de telefoon via Google op 6 november 2017 om 2:42 uur is gezocht naar “auto verbranden beste optie”, en daarna vanaf 3:06 naar “Molotov cocktail” en “Molotov cocktail maken”. De volgende middag om 12:09 uur is er gezocht op “vingerafdruk bewijs”.

“Waar is dat fikkie dan?”

De politie zet rond 4:05 die nacht een auto stil aan de Carnisserbaan thv de Noordersingel. Agenten bevragen hem over de benzinelucht, doekjes, jerrycan en aanmaakblokjes in zijn auto, maar nog voordat de agenten de bestuurder (medeverdachte) in de auto kunnen vragen of hij iets weet van een brand, vraagt de bestuurder aan de agenten: “Hoezo? Waar is dat fikkie dan?” De agenten hadden op dat moment nog niks over de reden van hun onderzoek gezegd.

De verdediging van de verdachte heeft nog ingebracht dat er rond dezelfde periode (vermoedelijk) een pyromaan actief was in Barendrecht. De rechter vindt echter bewezen dat de man verantwoordelijk is voor deze autobrand. De achtergebleven aanmaakblokjes en de geopende verpakking in de auto zijn grondig onderzocht (oa de breuklijn), waardoor de rechter het aannemelijk acht dat die bij elkaar horen.

Niet consistente en niet geloofwaardige verklaringen

De verdachte en medeverdachte hebben over een periode van zo’n 2 weken nog een aantal keer hun verklaringen aangevuld en/of aangepast. Zo wordt later gesteld dat er een jerrycan in de auto van de medeverdachte lag omdat de verdachte benzine nodig had voor zijn Vespa. Een verklaring die eerder niet werd gegeven.

De rechtbank overweegt dat er brand is gesticht in de Seat Leon terwijl de verdachten daar kort voor die brand in hebben gereden. Medeverdachte wordt kort na de melding van de brand aangetroffen in zijn auto in Barendrecht met daarin een jerrycan met benzine, een aangebroken verpakking aanmaakblokjes en een papieren zakdoekje voor de passagiersstoel. Verdachte heeft eerder die nacht via zijn telefoon op Google gezocht naar de beste manier om een auto te verbranden en naar hoe je een Molotov cocktail moet maken. (…) Onder deze omstandigheden mag van de verdachten verwacht worden dat zij een verklaring afleggen over hetgeen er precies is gebeurd. De verdachten leggen echter niet consistente en niet-geloofwaardige verklaringen af.

Aangifte door vader

Uit de veroordeling: “De eigenaar van de auto doet aangifte van brandstichting. Hij verklaart dat zijn zoon – verdachte – de auto die nacht voor het laatst heeft gebruikt toen hij wat is gaan eten in Rotterdam. Verdachte heeft tegen hem gezegd dat hij de auto tussen 3:30 en 4:00 uur heeft geparkeerd aan de Olmenwede.

Waarom de verdachte de (geleende) auto van zijn vader in brand heeft gestoken zegt hij niet, de rechtbank heeft wel een vermoeden: “De verdachten hebben geen openheid van zaken gegeven, maar een mogelijk motief voor de brandstichting zou gelegen kunnen zijn in een uitkering van de verzekering. De auto stond al een tijd te koop, maar was nog steeds niet verkocht.

Taakstraf

De rechter: “Verdachten hebben aanzienlijke schade veroorzaakt aan de auto. Daarnaast hebben zij door het gevaarzettende karakter van het feit bijgedragen aan de in de samenleving heersende gevoelens van onrust en onveiligheid.” In deze periode vonden er immers meerdere brandstichtingen plaats in Barendrecht.

De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden (dus: alleen uit te voeren bij nieuwe strafbare feiten) met een proeftijd van 2 jaar. Wel is de man veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur (172 daadwerkelijk uit te voeren uren, hij heeft al 4 dagen vastgezeten en krijgt daardoor 2 uur minder taakstraf per dag dat hij heeft vastgezeten). Als hij dit niet doet moet hij alsnog 89 dagen de gevangenis in.

Bekijk hier de volledige uitspraak.





« | »