Wethouder Lennart van der Linden (Uitzending Nieuwsuur)

BARENDRECHT – Afgelopen vrijdag werd er in de TV uitzending van Nieuwsuur aandacht besteed aan de bestrijding van kinderarmoede. Gemeenten krijgen jaarlijks (structureel) 85 miljoen euro extra om kinderarmoede te bestrijden (bovenop een bestaande bijdrage). Nieuwsuur deed een rondgang langs diverse gemeenten en kwam er achter dat dit geld lang niet altijd wordt gebruikt voor kinderarmoedebestrijding.

In de reportage sprak Nieuwsuur ook met de Barendrechtse wethouder Lennart van der Linden (financiën). Door enkele uitspraken heeft de lokale CDA enkele vragen gesteld aan de wethouder: eerder verstrekte informatie lijkt namelijk tegenstrijdig.

Tegenstrijdigheden

Als de interviewster vraagt of de gemeente Barendrecht al het geld heeft uitgegeven aan kinderarmoedebestrijding, antwoordt wethouder Van der Linden als volgt: “Wij zitten er niet heel strak in dat dat geld per se op moet aan dat doel wat de staatssecretaris heeft gesteld. Barendrecht is een zeer welvarende gemeente en daar hebben we ook kinderen in armoede, maar daar hebben we al een hele minimaregeling voor en die komen we ook tegemoet in heel veel kosten.” Later geeft de wethouder aan dat hij bereid zou zijn om deze overgebleven €100.000, die volgens Nieuwsuur momenteel in de pot van algemene middelen zit, terug te storten aan de overheid.

Over deze uitspraak zijn door het CDA vragen gesteld. In juni van dit jaar stelde de wethouder namelijk dat al het geld zou worden besteed aan kinderarmoedebestrijding: “Het gehele bedrag, met uitzondering van een klein deel voor communicatie en informatie. Het beschikbare budget wordt niet aan andere kosten besteed“, aldus de wethouder eerder dit jaar. Een andere vraag krijgt een zelfde soort antwoord door de wethouder: “Een groot deel van de Klijnsmagelden wordt gebruikt voor kinderen. Een klein deel wordt gebruikt voor communicatie en informatie aan de doelgroep, b.v. voor het maken van een brochure voor minimakinderen.” Het CDA wil nu weten hoe het precies zit: “Komen alle Klijnsma-gelden direct ten goede aan de doelgroep, t.w. Barendrechtse kinderen die in armoede leven?” Deze vragen zijn afgelopen weekend ingediend, hier zijn nog geen antwoorden op gegeven.

Verantwoordelijkheid

Voormalig staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA), die het extra geld beschikbaar stelde, schreef in 2016 aan de Tweede Kamer: “De gemeenten voorop, want zij zijn verantwoordelijk voor het armoedebeleid en weten welke partijen in de bestaande lokale infrastructuur kunnen bijdragen aan het signaleren en bereiken van deze kinderen” Of het extra geld dus moest worden uitgegeven (aan kinderarmoedebestrijding) blijft op basis van die brief een grijs gebied, gemeenten worden op hun eigen verantwoordelijkheid gewezen.

Wel werd een convenant afgesloten met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, zij schreven hierover: “De VNG vindt het belangrijk dat gemeenten de ruimte en het vertrouwen wordt gegeven om de middelen in te zetten in de lokale context en met de bestaande en nieuwe samenwerkingspartners. Gemeenten hebben de regie in het armoedebeleid en hebben daarbij aandacht voor de positie van kinderen.” De afspraak mbt de 85 miljoen extra staat als volgt beschreven: “De decentralisatie-uitkering geeft gemeenten de vrijheid voor maatwerk dat past bij de lokale situatie. Het is van belang dat de huidige inzet van middelen voor armoedebestrijding onder kinderen door gemeenten onverminderd wordt voortgezet. De extra middelen dienen als aanvullende impuls bovenop de reeds bestaande financiële middelen.

Foto: NPO, Nieuwsuur

Update:



Bekijk hier meer artikels uit de categorie Politiek



« | »