Barendrecht NU

BARENDRECHT – Een inmiddels 16-jarige jongen is recent veroordeeld voor de verkrachting van een 7-jarig jongetje, de dader was toen zelf 14 jaar oud. Het vergrijpt vond in augustus 2023 plaats bij een speeltuintje in Barendrecht. Het slachtoffer was met een groepje oudere jongens naar de speeltuin gegaan om te gaan voetballen. Na terugkomst merkte zijn moeder op dat hij mank liep.

Op enig moment heeft de 14-jarige jongen het 7-jarige jongetje apart genomen, hem uitgekleed, tegen de grond gedrukt en verkracht, terwijl hij zijn hand op de mond van het slachtoffer heeft gehouden. Daarna heeft de dader het slachtoffer bedreigd door te zeggen dat hij niks tegen zijn moeder mocht zeggen. De rechtbank spreekt van een zeer ernstig feit van seksueel grensoverschrijdend gedrag: “De verdachte heeft met zijn handelen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het zeer jonge slachtoffer.” Het slachtoffer ervaart inmiddels 2 jaar later nog steeds de gevolgen van het incident.

Jonge dader en slachtoffer

In aanloop naar de strafzaak is er psychisch onderzoek gedaan naar de (toen nog) verdachte: “Uit het onderzoek komt een beeld naar voren van een jongen die zich in de pubertijd bevindt en een belast verleden heeft. In de korte tijd dat de verdachte in Nederland verblijft heeft hij in drie verschillende asielzoekerscentra verbleven. De verdachte kan omschreven worden als een jongen die nog onvoldoende zicht lijkt te hebben op gevoelens van zichzelf en anderen en moeite heeft met het uiten van zijn gevoelens.” Andere probleemgebieden zijn het inleven in gevoelens van anderen, zwakke frustratietolerantie en een gebrekkig vermogen om agressieve impulsen te herkennen, begrijpen en effectief te beheersen: “De verdachte is veelal gericht op zijn eigen behoeftes en gewetensvorming en het mentaliserend vermogen is beperkt ontwikkeld. Concluderend is bij de verdachte sprake van zwakbegaafdheid en kan geen psychische stoornis worden vastgesteld. (…) De kans op herhaling wordt ingeschat als matig. Deze kans neemt toe bij gebrek aan structuur en toezicht.”

De kinderbescherming doet ook onderzoek en stelt dat het gaat om “een beschadigde jongen die hulp en behandeling nodig heeft en niet past binnen een Justitiële Jeugdinrichting” Een week voor de strafzitting heeft de (toen nog) verdachte een waarschuwing gehad, omdat hij niet was komen opdagen bij zijn traumabehandeling.

Taakstraf, ‘boete’ en voorwaardelijke celstraf

De rechter concludeert: “In strafverzwarende zin houdt de rechtbank rekening met de zeer jonge leeftijd van het slachtoffer, de bijzondere kwetsbaarheid van het slachtoffer – die net als de verdachte in een asielzoekerscentrum verblijft en een geschiedenis kent als vluchteling – en de schadelijke gevolgen van het feit voor het slachtoffer.”

De rechter kan/mag voor dit soort vergrijpen niet alleen een taakstraf opleggen (“taakstrafverbod”), er moet een gevangenisstraf worden opgelegd: “Gelet daarop was eigenlijk een (forse) onvoorwaardelijke jeugddetentie op zijn plaats geweest“. In dit geval is de jongen echter veroordeeld tot 63 dagen cel, waarvan 60 voorwaardelijk (proeftijd van 2 jaar). De drie overgebleven dagen heeft hij eerder al vastgezeten. Hij hoeft dus niet terug de gevangenis in. De rechter houdt bij de strafoplegging rekening met alle factoren rond de zaak, waaronder de langzame behandeling van de strafzaak zelf (2 jaar later): “In de persoonlijkheid van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn (…) ziet de rechtbank echter reden om de op te leggen jeugddetentie niet langer te laten duren dan de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. In het belang van de ontwikkeling van de verdachte en om de kans op herhaling te beperken is het noodzakelijk dat de verdachte behandeling zal ondergaan. Daarom zal de rechtbank een forse voorwaardelijke jeugddetentie opleggen met bijzondere voorwaarden. ”

De jongen heeft ook een taakstraf van 60 uur opgelegd gekregen en hij moet € 7.500,- betalen aan het slachtoffer. Dit geld komt op een rekening waar het slachtoffer vanaf zijn 18e jaar zelf over kan beschikken. Tot die tijd mag een wettelijke vertegenwoordiger van het jongetje alleen met toestemming van de kantonrechter geld van de rekening halen.

De rechter heeft diverse ‘bijzondere voorwaarden’ opgelegd aan de dader, waaronder melden bij de reclassering / jeugdreclasseringstoezicht, traumabehandeling volgen, zinvolle dagbesteding in de vorm van school en/of werk uitoefenen, meewerken aan traject van een jongerencoach ene en contactverbod met het slachtoffer en zijn moeder.