Barendrecht NU

BARENDRECHT – In april 2020 is sauna en wellnesscentrum Thermen Barendrecht aan de Achterzeedijk failliet verklaard. Tot eind 2020 is er door de curator gezocht naar overnamekandidaten. Eind mei (van dit jaar) is het gebouw van de Thermen op Funda geplaatst. Volgens de advertentie is het faillissement het gevolg geweest van de coronamaatregelen. De curator stelde daarentegen in augustus 2020 al dat er (ook) “rechtstreeks verband is met onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur.”

Het gebouw uit 1994 van zo’n 1.650 m² groot is met inventaris te koop voor €3.4 miljoen. Daar komt dan nog wel ruim €34.000 erfpacht per jaar bovenop en een geschatte energierekening van zo’n €130.000 per jaar. Zes weken na publicatie staat het pand nog steeds te koop en als ‘per direct beschikbaar’.

Verkoop

“Gezien de leeftijd van de oprichter/ondernemer van het bedrijf, heeft de verkoop van het object de voorkeur ten opzichte van een eventuele doorstart“, zo valt te lezen in de advertentie. Het pand komt o.a. met zonnebanken, een saunaplein met binnen/buitenbad, douches, stoombad, whirlpool, fontein, voetenbaden en meer. Ook heeft het pand buiten een terras en een saunaplein met koud dompelbad. Daarnaast zitten er in het gebouw diverse zithoeken, een serre met loveseats en bedden, een bistro, restaurant en bar met keuken, een speelboek en ijshoek. Ook zijn er 11 behandelruimtes, voor bijvoorbeeld een pedicure of massages.

Extra aandacht is er tevens voor de ‘hoogwaardige kwaliteitsinrichting‘ van de keuken in het pand: “Door de uitgebreide horeca-ervaring van de oprichters is de horeca van een hoog niveau en worden de horecafaciliteiten algemeen geroemd.”

Eigendom

Een ‘eigendomsdiscussie‘ over het vastgoed en de inventaris in het gebouw was in februari van dit jaar ‘nog niet opgelost.‘ Een doorstart was daarom (nog) niet mogelijk, zo stelde de curator toentertijd, die in aanloop naar een rechtszaak conservatoir beslag legde op aandelen en het vastgoed van de Thermen en een gelieerde BV.

Het gebouw en de inventaris waren ondergebracht bij aparte BV’s met dezelfde eigenaar. De curator stelde zich in februari van dit jaar na onderzoek op het standpunt dat hier onjuist mee werd gehandeld, o.a. over het eigendom van inventaris en in het verleden verrichtte renovaties en verbouwingen aan het vastgoed zelf. Eén van de BV’s “pretendeert ten onrechte de eigendom van deze zaken op grond van de huurovereenkomst en staat daarmee een overname c.q. doorstart van de onderneming in de weg.” Betalingen tussen de 2 BV’s werden hierbij ook onder de loep genomen (“betalingen aan groepsvennootschappen vlak voor het faillissement, waarvoor geen rechtsgrond bestaat“, aldus de curator in zijn verslag).

Het is niet bekend of er uiteindelijk een rechter aan te pas is gekomen en of die uitspraak heeft gedaan of nog moet doen in deze zaak. Het faillissement is begin mei 2021 opgeheven vanwege een gebrek aan baten.