16-jarige Ritel overvaller veroordeeld tot 180 dagen jeugddetentie

BARENDRECHT – Eén van de overvallers van een telefoonwinkel aan de Middenbaan is vorige maand veroordeeld voor zijn aandeel in deze gewapende beroving, alsook een reeks andere strafbare feiten. De (toen) 16-jarige jongen is door de rechter veroordeeld voor diefstal met geweld, het voorhanden hebben van een alarmpistool, (doods)bedreiging, openlijke geweldpleging, het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en verduistering.

De jongen heeft de overval zelf en het bezit van het wapen (startpistool) bekend, over het bedreigen van het personeel is geen verdediging ingebracht/standpunt ingenomen. De rechter beoordeeld deze verdenking van bedreiging wel als “wettig en overtuigend bewezen“.

Overval Ritel

Op zaterdag 22 februari 2025 werden twee jongens door omstanders aangehouden en tegen de grond gewerkt nadat ze een overval hadden gepleegd op telefoonwinkel Ritel aan de Middenbaan. De winkel is afgelopen jaren vaker slachtoffer geworden van (gewapende) overvallen.

Uit de gerechtelijke uitspraak blijkt hoe de jongens te werk zijn gegaan: Ze zijn schreeuwend (Geef mij de telefoons) en met het wapen de winkel binnen gelopen. Het wapen is daarbij op twee medewerkers gericht geweest. De jongen schreeuwden daarbij teksten als: Ik knal jullie allemaal af“, “Jullie gaan er allemaal aan” en “Ik schiet je dood“. Met een hamer is er op een vitrine geslagen om die open te krijgen, hieruit zijn vervolgens iPhones meegenomen.

Meer geweld en diefstal

De overval in Barendrecht was de laatste uit de reeks strafbare feiten waarvoor de verdachte voor de rechter moest komen: Eerst nam hij samen met anderen deel aan een gewelddadige aanval op een bekende op een metrostation (mei 2024), waarbij het slachtoffer onder meer een gescheurd trommelvlies opliep. Enkele maanden later werd bij de jongen tijdens een identiteitscontrole illegaal vuurwerk (2 cobra’s 6) aangetroffen, dat hij volgens eigen zeggen van plan was af te steken (nov 2024). Kort daarop eigende hij zich op school een gevonden telefoon toe, terwijl hij wist van wie die was (jan 2025). Een maand later (feb 2025) pleegde hij samen met een mededader een gewapende overval op de telefoonwinkel in Barendrecht, waarbij medewerkers onder bedreiging werden gedwongen telefoons af te geven. De rechter rekent het de verdachte zwaar aan dat hij herhaaldelijk en met geweld handelde, vooral met het oog op eigen gewin.

Verstandelijk beperkt

Diverse instanties hebben de jongen onderzocht, een psycholoog stelt: “Bij de verdachte is sprake van een lichte verstandelijke beperking, een chronische aanpassingsstoornis in emotie en gedrag en een matige stoornis in cannabisgebruik. Dit heeft tot gevolg dat hij een gebrekkig zelfinzicht heeft en moeite heeft om sociale situaties te overzien. Daarnaast is hij sterk beïnvloedbaar, verhoogd impulsief en heeft hij moeite om zijn emoties en gedragingen voldoende te reguleren en te sturen. (…) Het recidivegevaar is hoog. Met name zijn sterke beïnvloedbaarheid en impulsiviteit, voortvloeiend uit de verstandelijke beperking, zijn grote risicofactoren.

De Raad voor de kinderbescherming: “Daarnaast heeft de verdachte een belast verleden. Hij komt uit een gebroken gezin en hij heeft in zijn jonge jaren huiselijk geweld meegemaakt. De verdachte woont sinds zijn vierde jaar bij zijn oma. Hoewel dit altijd goed ging, is hij sinds twee jaar veranderd in zijn gedrag. Hij gaat veelal om met antisociale jongeren waar hij tegenop lijkt te kijken. Door zijn kwetsbaarheid komt hij herhaaldelijk in de problemen. Oma is de grip op de opvoeding van de verdachte verloren. De verdachte heeft veel nabijheid en begeleiding nodig en oma kan hem dit niet meer bieden. (…) De kans op herhaling van delictgedrag wordt heel hoog ingeschat. ” De raad stelt dat jeugddetentie nu geen pedagogische meerwaarde heeft, omdat hij moet worden blijven behandeld.

Op basis van de onderzoeksconclusies stelt dat rechtbank dat de jongen verminderd toerekeningsvatbaar was toen hij de strafbare feiten pleegde.

Straf

De rechter is van oordeel dat de jongen ‘in het belang van de verdere ontwikkeling’ niet terug moet naar de jeugdgevangenis, maar behandeld moet blijven worden. Ook omdat dit ‘niet in het belang van de samenleving‘ zou zijn. De rechter besluit daarom om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen:

De jongen is veroordeeld tot 180 dagen jeugddetentie, waarvan 44 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Hij moet dus 136 dagen de jeugdgevangenis in, maar hier gaan nog de dagen vanaf dat hij eerder al in voorarrest heeft gezeten. Het zou kunnen zijn dat hij deze straf al grotendeels of in zijn geheel in voorarrest heeft gezet. Dit wordt niet bekend uit de uitspraak. Wel zijn er diverse voorwaarden opgelegd, waaronder de verplichting tot behandeling, meerwerken aan onderzoeken, een verbod op het gebruik van verdovende middelen (cannabis) en school volgen volgens het schoolrooster.

Een slachtoffer van de overval eiste daarnaast een schadevergoeding  van € 1.438,- aan materiële schade en € 3.000,- aan immateriële schade. Het gaat o.a. om medische kosten en de reiskosten. De immateriële schade heeft te maken met de angst na het overval. De rechter oordeelt dat de vrouw de 53 euro reiskosten toegewezen krijgt, de rest van de materiële schade niet: “medische kosten van de psycholoog en het verlies van inkomen is onvoldoende onderbouwd“. Dit kan eventueel later nog via een civiele rechtszaak van het slachtoffer worden geëist. Voor wat betreft de immateriële schade wijst de rechter een bedrag van €1.500 toe.

De veroordeelde jongen en/of zijn medeverdachte moeten de kosten samen betalen aan de slachtoffers. Het is op dit moment niet bekend of de medeverdachte inmiddels ook al is veroordeeld.



Bekijk hier meer artikels uit de categorie Barendrecht



« |