Barendrecht NU

BARENDRECHT – In april 2023 viel de politie een woning binnen aan de Noordersingel in Barendrecht. In de woning werden 2 vuurwapens aangetroffen en 2 mannen aangehouden: een 28-jarige man uit Rotterdam en een 22-jarige man uit Dordrecht. De eigenaar van de woning betrof een voetballer uit de Eredivisie, maar hij verhuurde de woning op dat moment voor 2 maanden aan iemand anders (medeverdachte in deze zaak).

Bij de doorzoeking van de woning “werd in de woonkamer op de eettafel, onder twee petjes, een vuurwapen van het merk Glock met daarin een patroonhouder gevuld met vijf stuks scherpe munitie aangetroffen.”

Vrijspraak

De (toen) 28-jarige Rotterdammer moest zich voor de rechter verantwoorden op verdenking van het bezit van een vuurwapen (Glock, 9mm handvuurwapen), het OM eiste 9 maanden celstraf. Op de het vuurwapen, op het patroonmagazijn en op de vijf kogelpatronen werd DNA-materiaal aangetroffen dat overeenkomt met het DNA-profiel van de man.

Voorafgaand aan een DNA test op het wapen ontkende de verdachte het wapen te hebben aangeraakt, na het bekend worden van de resultaten zweeg hij: “Voordat de resultaten van het DNA-onderzoek aan het vuurwapen en de munitie bekend zijn geworden, heeft de verdachte bij de politie verklaard dat hij op 3 april 2023 in de woning geen vuurwapen of munitie heeft aangeraakt of heeft gezien en dat er absoluut geen DNA van hem op het wapen zal worden aangetroffen. Nadat de verdachte met de resultaten van het DNA-onderzoek is geconfronteerd, heeft hij zich bij de politie beroepen op zijn zwijgrecht. Bij de rechter-commissaris heeft hij nadien nog wel verklaard dat hij wel eens een wapen heeft aangeraakt, maar niet op dat moment in de woning. (…) [medeverdachte01] heeft bij de politie verklaard dat het wapen van hem is en dat de verdachte niets van het wapen wist.”

De man werd daarom in oktober 2023 vrijgesproken door de rechter: “Niet is bewezen dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het vuurwapen en de munitie in de woning waar deze zijn aangetroffen.”

Veroordeling in hoger beroep

Het Openbaar Ministerie ging in beroep tegen deze uitspraak en eiste ditmaal 6 maanden celstraf. Juist dit ‘bewust zijn’ van de aanwezigheid van het vuurwapen is de reden dat de man nu wél wordt veroordeeld. De rechter heeft in hoger beroep vastgesteld dat de man “in meerdere of mindere mate” bewust moet zijn geweest van “de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het wapen of de munitie, zonder dat die bewustheid zich hoeft uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie of tot de exacte locatie van dat wapen of die munitie.”

De man ontkende eerder ook dat hij petjes droeg (de wapens werden aangetroffen onder petjes), maar op foto’s op zijn telefoon werden afbeeldingen van hem aangetroffen met een petje op. De rechter hierover: “Die vaststelling acht het hof weliswaar niet redengevend voor het bewijs (in de zin van een kennelijk leugenachtige verklaring), maar die vaststelling doet – net als het wisselende karakter van de verklaringen van de verdachte – wel afbreuk aan de geloofwaardigheid van hetgeen de verdachte in deze zaak overigens heeft verklaard”

In hoger beroep is de man daarom alsnog veroordeeld: “Naar het oordeel van het hof kan het niet anders dan dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het vuurwapen en de munitie in de woning. Ook kon hij over het vuurwapen beschikken.” De man is veroordeeld tot 101 dagen onvoorwaardelijke celstraf, met aftrek van zijn voorarrest.