Verordening op de burgeragendering Barendrecht 2024
21-10-2024
Verordening op de burgeragendering Barendrecht 2024
De raad van de gemeente Barendrecht; overwegende, dat de mogelijkheid voor burgers om onderwerpen ter bespreking op de agenda van de raad(scommissie) te plaatsen kan bijdragen tot een grotere betrokkenheid en invloed op het besluitvormingsproces door de gemeenteraad; gelet op artikel 108, artikel 147 en artikel 149 Gemeentewet; besluit: tot vaststelling van de Verordening op de burgeragendering Barendrecht 2024.
Artikel 1 Definities Deze verordening verstaat onder:
•
burgemeester : de burgemeester van Barendrecht;
•
burgeragendering : een verzoek van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp ter bespreking op de agenda van de raadscommissie te plaatsen;
•
college : het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht;
•
griffier : de op grond van artikel 107 Gemeentewet door de raad benoemde functionaris of diens plaatsvervanger;
•
initiatiefgerechtigde : iedereen die op grond van deze verordening een verzoek kan indienen;
•
initiatiefnemer : een initiatiefgerechtigde(n) die een verzoek tot een burgeragendering indien(en)t;
•
raad : de gemeenteraad van Barendrecht;
•
raadscommissie : een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;
•
verzoek : het verzoek tot een burgeragendering;
•
voorzitter : de voorzitter van de raad.
Artikel 2 Indienen ontvankelijk verzoek 1. De initiatiefnemer dient zijn verzoek via de griffie schriftelijk in bij de raad.2. De raad neemt een burgeragendering in behandeling, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een ontvankelijk verzoek is ingediend.3. Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:
a. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 lid 1 betreft, of
b. niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, artikel 4 lid 2, artikel 5.
Artikel 3 Wie kan een verzoek indienen? 1. Een verzoek kan worden ingediend door:
a. Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Barendrecht;
b. Inwoners van de gemeente Barendrecht van 12 jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad (Kieswet, artikel B3).
2. Voor de beoordeling of iemand voldoet aan voornoemde voorwaarde, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek als bedoeld in artikel 2 lid 1 bepalend.
Artikel 4 Waar kan een verzoek niet over gaan? 1. Een burgeragendering kan geen betrekking hebben op:
a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
b. gemeentelijke procedures of de gemeentelijke organisatie;
c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;
d. een bezwaar of openstaande bezwaarprocedure in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;
e. vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting en onderliggende begrotingen;
f. gemeentelijke belastingen en tarieven;
g. individuele kwesties, zoals benoemingen, schorsingen, kwijtscheldingen of schenkingen, geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden.
2.
a. Een verzoek met een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het college of de burgemeester, wordt ter behandeling doorgezonden aan het college respectievelijk de burgemeester.
b. Het college of de burgemeester zal inhoudelijk schriftelijk reageren op het verzoek richting de initiatiefnemer en de raad hierover informeren.
Artikel 5 Hoe ziet een burgeragendering er uit? 1. Het verzoek tot een burgeragendering bevat ten minste:
a. een nauwkeurige beschrijving van het onderwerp;
b. een aanleiding en een doel van bespreking en wat de bespreking volgens de initiatiefnemer zou moeten opleveren;
c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefnemer;
d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
2. Een burgeragendering wordt ten minste ondersteund door 50 initiatiefgerechtigden.3. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 lid 1 sub d kunnen initiatiefgerechtigden zowel via elektronische weg, zoals de website www.petities.nl , als schriftelijk de benodigde steunbetuigingen indienen. Beide wegen mogen naast elkaar benut worden.
Artikel 6 Procedure behandeling burgeragendering 1. De raad beslist binnen 4 weken na ontvangst van het verzoek of het verzoek tot burgeragendering voldoet aan de ontvankelijkheidsvereisten als bedoeld in artikel 2 lid 2 en bericht de initiatiefnemer(s) hierover.2. Indien het verzoek tot burgeragendering ontvankelijk is, wordt het verzoek op de agenda van de eerstvolgende toepasselijke raadscommissie geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds is verzonden. In dit laatste geval wordt het verzoek op de agenda van de daarop volgende toepasselijke raadscommissie geplaatst.3. Een burgeragendering wordt op de lijst van ingekomen stukken van de raad geplaatst. De raad heeft het recht om een niet-ontvankelijk verklaarde burgeragendering met opgaaf van argumenten via de griffier terug te sturen naar de initiatiefnemer(s).4. De initiatiefnemer(s) krijgt/krijgen in de raadscommissie de gelegenheid de burgeragendering ter verdere bespreking aan te bieden aan de raadscommissie en het gedurende 5 minuten toe te lichten.5. Vervolgens debatteert de raadscommissie over de burgeragendering en vormt een oordeel.6. Het college kan desgewenst voorafgaand aan de behandeling van de burgeragendering in de raadscommissie, zijn mening omtrent de burgeragendering aan de raad kenbaar maken.7. In een raadscommissie wordt de burgeragendering oriënterend besproken. De initiatiefnemer(s) wordt/worden uitgenodigd de commissievergadering bij te wonen. Aan het college kunnen aanvullende vragen worden gesteld, zowel schriftelijk vooraf als tijdens het debat, om de mening van het college, zoals bij artikel 6.6 beschreven nader toe te lichten.8. Na bespreking van de burgeragendering concludeert de raadscommissie wat de bespreking heeft opgeleverd en de eventuele opvolging.9. Mocht er een praktisch vervolg uit de beraadslaging komen dan wordt aan initiatiefnemer(s) een expliciete rol gegeven in het vormgeven van de verdere uitwerking van de burgeragendering.10. De griffier is contactpersoon voor de initiatiefnemer(s) en houdt hen op de hoogte van de ontwikkelingen betreffende de burgeragendering.
Artikel 7 Inwerkingtreding Deze verordening treedt op de dag na die van bekendmaking in werking.
Artikel 8 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening op de burgeragendering Barendrecht 2024”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Barendrecht van 1 oktober 2024. De griffier, mevr. C.M. Krouwel
De voorzitter, dhr. R.E. Schneider
Terug naar het vergunningen overzicht
Details van vergunning
- BeschrijvingVerordening op de burgeragendering Barendrecht 2024
- Soortofficielepublicaties (Bestuur | Organisatie en )
- Gepubliceerd op21-10-2024
- Start21-10-2024
- StraatnaamBurg
- Postcode