Groenbeheerplan 2024 – 2028
19-02-2024
Groenbeheerplan 2024 – 2028
1 Samenvatting
Dit groenbeheerplan biedt inzicht in de (wettelijke) beleidskaders, beheerambities en benodigde middelen voor een efficiënt en effectief groenbeheer binnen de gemeente Barendrecht. Het plan richt zich op al het gemeentelijk openbaar groen exclusief de beplanting/het gras op de begraafplaatsen, de sportgrasvelden op de sportparken en het openbaar groen van andere beheerders als het waterschap, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer.
Er is geen overkoepelend wettelijk kader met rechten en plichten voor het beheer van de groene buitenruimte. Uiteraard zijn we als gemeente gebonden aan verschillende wetten en regels, maar we hebben veel lokale keuzevrijheid bij het beheer en onderhoud van de groene leefomgeving.
Barendrecht is een middelgrote gemeente op het eiland IJsselmonde. Het landschap –dat altijd bepalend is geweest voor de (groen)structuur van Barendrecht– is ontstaan door abiotische factoren (bodem, water en klimaat) en door menselijk handelen (inpoldering, agrarisch gebruik, bewoning etc.)
Groen in de leefomgeving is belangrijk voor de leefbaarheid, de volksgezondheid en draagt bij aan de economie. Groen is ook natuur. Door oprukkende verstedelijking en klimaatverandering neemt de druk op het gemeentelijk openbaar groen toe. Het vergroten van de biodiversiteit en het ontwikkelen van vitaal openbaar groen is essentieel om dit tegen te gaan. Speerpunten daarbij zijn: aanplant van inheemse bomen- en plantensoorten die goed bestand zijn tegen droogte, hitte en extreme weersomstandigheden, grijs omvormen naar groen, vergroten boomspiegels en aanpassen maairegime. Ook het integreren van de groene infrastructuur in het stedelijk gebied is een must. Groende daken/gevels, verminderen waterafvoer en waterberging helpt bij het verminderen van hitte-eilandeffecten en het vergroten van de leefbaarheid.
De gemeente Barendrecht beheert zo’n 23.500 bomen, bijna 59 hectare beplanting en ruim 200 hectare gras. Dit betekent gemiddeld 134 m² groen per huishouden (is meer in vergelijking met Ridderkerk of Hendrik-Ido-Ambacht en hoger dan het richtgetal in de Nota Ruimte).
Conform bestaand beleid staat het kwaliteitsniveau voor het groen in het centrum op ‘hoog’ (A-kwaliteit) en voor de overige structuurgebieden op ‘basis’ (B-kwaliteit). Uit de kwaliteitsmeting blijkt dat we gemiddeld aan deze kwaliteitsambitie voldoen. Echter bij het inzoomen op individuele beheergroepen of plantvakken blijkt dat soms ook ‘matig’ (C-kwaliteit) of zelfs ‘slecht’ (D-kwaliteit) wordt gescoord. Oorzaak is onvoldoende financiële middelen voor het vervangen van het groen bij einde levensduur.
Vakkundig, efficiënt en duurzaam groenbeheer bestaat uit twee pijlers: dagelijks en planmatig onderhoud. Dagelijks groenonderhoud zijn alle activiteiten die gericht zijn op het behoud van het groen en het handhaven van de gewenste beeldkwaliteit (bijv. inspecteren/snoeien van bomen, onkruid verwijderen uit beplanting, knippen van hagen, maaien van gras etc.)
Planmatig onderhoud is gericht op het duurzaam in stand houden van het groen. Daarvoor is het nodig om open plekken in plantvakken en bomenrijen op te vullen (inboet). Maar dit betekent ook groen vervangen als het niet meer goed is te onderhouden of wanneer het einde van de levensduur is bereikt.
• Voor dagelijks groenonderhoud (voldoen aan zorgplicht, A-kwaliteit in de centra en B-kwaliteit in de andere structuurgebieden) is voldoende budget.
• Voor planmatig groenonderhoud is het huidige budget niet toereikend. Oorzaak hiervan is de areaaluitbreiding groen in Barendrecht-Carnisselande. Het vervangen van dit groen is na aanleg niet structureel verwerkt in het budget planmatig onderhoud. Dit begint zich nu te wreken omdat de oudste beplanting in Carnisselande tegen het eind van haar theoretische levensduur aanloopt. Dit budgettekort is binnen de huidige begroting op te lossen door €470.000 over te hevelen van het budget dagelijks onderhoud groen naar het budget planmatig onderhoud groen zodat voor inboet/vervanging de komende jaren €782.100 beschikbaar is.
• De kosten om het groen van C-/D-kwaliteit op gewenst niveau te krijgen, zijn gemiddeld €317.500 per jaar (voor de jaren 2024 t/m 2027 – de looptijd van dit groenbeheerplan). Het uitvoeren van deze werkzaamheden is onderdeel van het planmatig groenonderhoud zodat hiervoor geen extra budget nodig is.
De belangrijkste ontwikkelpunten voor het groenbeheer hebben betrekking op het structureel uitvoeren van het planmatig onderhoud, het wegwerken van achterstallig onderhoud en het borgen van de beheerconsequenties bij nieuwe ontwikkelingen.
2 Inleiding
Het beheer van het openbaar groen is een kerntaak van de gemeente. In dit groenbeheerplan beschrijven we op welke wijze we het groen beheren en hoe de groenstructuur behouden en versterkt kan worden. Een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur draagt namelijk bij aan het welzijn en de veiligheid van de bevolking. Daarnaast speelt groen een belangrijke rol bij het tegengaan of opvangen van de effecten van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit. Een meerjarig groenbeheerplan geeft inzicht in de ambities en biedt richting bij het maken van keuzes in het beheer.
2.1 Aanleiding
Een belangrijke ambitie uit het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 is het realiseren van een fraaie en goed onderhouden openbare ruimte. Het college streeft ernaar om de naam "Het groene hart van IJsselmonde" in ere te herstellen. Er is budget gereserveerd om de kwaliteit en het onderhoudsniveau van de openbare ruimte te verbeteren.
Dit groenbeheerplan geeft richting hoe we het openbaar groen op een vakbekwame, planmatige en kostenefficiënte wijze duurzaam in stand kunnen houden, inclusief de benodigde budgetten.
2.2 Doel
Het doel van dit beheerplan is meerledig. Het plan geeft inzicht in het areaal –zowel in kwantiteit als kwaliteit– en gaat in op de (beleids)kaders & verplichtingen. Dit resulteert in een overzicht van benodigde middelen van zowel regulier onderhoud als vervanging van het groen. Dit beheerplan biedt daarmee een opzet voor helder, gestructureerd en effectief groenbeheer binnen de gemeente Baren-drecht.
2.3 Afbakening
Het groenbeheerplan heeft betrekking op het gemeentelijke openbaar groen zoals bomen, bosplantsoen, heesters, hagen, gazons en bermen. De beplanting en het gras op de begraafplaatsen, de grasvelden voor sportdoeleinden op de sportparken, de hondenuitlaatplaatsen en het groen in beheer van particulieren, bedrijven, terreinbeherende organisaties en andere overheden vallen buiten de scope van dit beheerplan.
2.4 Leeswijzer
Dit beheerplan is opgebouwd rondom een aantal kernvragen. Achtereenvolgens krijgt u antwoord op de volgende vragen:
1. Wat zijn de uitgangspunten en kaders? Hier geven we inzicht in de wettelijke kaders, regelgeving en het gemeentelijk beleid (Hoofdstuk 3)
2. Wat zijn de kenmerken van het te beheren gebied? (Hoofdstuk 4)
3. Wat beheren we? Hier beschrijven we de omvang en typering van ons groenareaal. Wat maakt er deel van uit? Wat is de kwaliteit ervan? Zijn er achterstanden? (Hoofdstuk 5)
4. Hoe pakken we het beheer en onderhoud van ons groen aan? Welke beheerkeuzes zijn er gemaakt? Wat zijn de uitdagingen? (Hoofdstuk 6)
5. Hoe is het werk georganiseerd? (Hoofdstuk 7)
6. Hoe verhouden de beschikbare en benodigde budgetten zich tot elkaar? (Hoofdstuk 8)
7. Welke conclusies trekken we en wat zijn daarbij essentiële aanbevelingen? (Hoofdstuk 9)
3 Kaders en (beleids)uitgangspunten
In dit hoofdstuk benoemen we de wettelijke kaders en het vastgestelde beleid met betrekking tot het openbaar groen in Barendrecht (zie bijlage 1 voor een gedetailleerde toelichting).
3.1 Wettelijke kaders
Er is geen overkoepelend wettelijk kader waarin alle rechten en plichten voor het beheer van de leefomgeving zijn vastgelegd. Gemeenten hebben veel lokale keuzevrijheid, maar zijn wel gebonden aan verschillende wetten en regels. Een korte opsomming van regelgeving die van invloed is op het beheer en onderhoud van de groene leefomgeving:
• Omgevingswet voor integrale ambities (treedt in werking op 1 januari 2024);
• Kapitaalgoederen in de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording (BBV);
• Zorgplicht voor een veilige openbare ruimte vanuit het Nieuw Burgerlijk Wetboek;
• Wet natuurbescherming voor bescherming van natuurgebieden, planten- en diersoorten en houtopstanden buiten de bebouwde kom;
• Omgevingsvergunning op basis van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht voor het kappen van bomen;
• De Wet publieke gezondheid voor gezondheidsaspecten (bijv. overlast veroorzaakt door eikenprocessierupsen);
• Bestrijding van invasieve exoten (maatregelen voor het elimineren en beheersen van invasieve exoten zoals reuzenberenklauw en Japanse duizendknoop).
Naast bovengenoemde regelgeving zijn ook de volgende wetten relevant:
• Bouwstoffenbesluit;
• Wet geluidhinder;
• Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netwerken (WIBON);
• Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT);
• Participatiewet;
• Aanbestedingswet.
Diverse normen, richtlijnen en standaarden (zoals die van NEN of CROW) hebben geen wettelijke status, maar geven wel kaders voor een professionele invulling van beheer en onderhoud.
Ook de provincie Zuid-Holland heeft plannen vastgesteld die van belang zijn voor de aanleg en het beheer van groen. Dit zijn onder andere de Omgevingsvisie, het Omgevingsprogramma en de Omgevingsverordening (aangenomen in augustus 2021), Gebiedsprofielen, Groene Motor en de visie op een Rijke Groenblauwe Leefomgeving. Meer informatie is te vinden op de website https://www.ruimtelijkeplannenzuidholland.nl/ .
3.2 Gemeentelijke kaders
Elke gemeente stelt haar eigen beleid vast. Onderstaande plannen en beleidskaders zijn van belang voor dit groenbeheerplan.
3.2.1
Omgevingsvisie
Een nieuwe Omgevingsvisie wordt gemaakt naar aanleiding van de nieuwe Omgevingswet. Deze wet geeft bewoners en ondernemers meer ruimte om mee te denken, bijvoorbeeld bij het indienen van ideeën voor nieuwe woningen, fietspaden, bedrijventerreinen, horecagelegenheden of andere ontwikkelingen. De Omgevingsvisie beschrijft de maatschappelijke opgave en de kernkwaliteiten die beschermd moeten worden in onze gemeente. Het is een integrale langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving en het grondgebied van de gemeente. De gemeenteraad is verplicht om binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet een Omgevingsvisie vast te stellen.
3.2.2
Bomenverordening (2013)
De gemeente streeft ernaar om de kwaliteit van het bomenbestand te behouden en waar mogelijk te verbeteren. In de Bomenverordening (2013) is de volgende herplantnorm opgenomen:
‘Aan een omgevingsvergunning voor het vellen van een beschermde publieke houtopstand wordt een verplichting tot herplant gekoppeld voor een zo gelijkwaardig mogelijk exemplaar, dus in beginsel dezelfde soort bomen, dezelfde grootte, dezelfde kwaliteit en op dezelfde plaats. Aangezien dit lang niet altijd mogelijk of zelfs gewenst is, kan naar een alternatief worden gezocht. Bijvoorbeeld voor het kappen van 1 oude eik het terugplanten van een drietal kleinere exemplaren. De herplant dient dus in eerste instantie op dezelfde locatie plaats te vinden. Mocht dit vanwege groei of het functioneren van de openbare ruimte en/of door het ontbreken van bovengrondse/ondergrondse groeiplaatsomstandigheden niet mogelijk zijn, dan vindt herplant bij voorkeur in de omgeving van de te kappen houtopstand plaats.’
De Bomenverordening biedt daarnaast handvatten voor het omgaan met klachten en meldingen van bewoners.
3.2.3
Bomen en zonnepanelen (2016)
De gemeente hecht grote waarde aan het verduurzamen van woningen middels zonnepanelen. Tegelijkertijd vinden we onze groen- en bomenstructuren ook belangrijk. Om duidelijkheid te scheppen in situaties waarin deze belangen tegenstrijdig kunnen zijn, zijn de volgende beleidsuitgangspunten geformuleerd:
• Op locaties waar reeds een ingerichte openbare ruimte inclusief een bestaand bomenbestand aanwezig is, krijgen bomen voorrang;
• Bij nieuwbouwsituaties wordt bij de inrichting van de openbare ruimte altijd een zorgvuldige afweging gemaakt tussen het aantal, de locaties en de soorten bomen die worden geplant, rekening houdend met de aanwezigheid en/of komst van zonnepanelen (maatwerk);
• In geval van herinrichting van de openbare ruimte waarbij bestaande bomen niet op dezelfde locatie kunnen worden gehandhaafd, geldt het uitgangspunt zoals genoemd bij 'nieuwbouwsituaties'. Het behoud van de bestaande groen- en boomstructuren (Groene Kaart) is een voorwaarde. Indien het bestaande bomenbestand behouden blijft bij herinrichting, geldt het uitgangspunt zoals genoemd bij 'bestaande situaties'.
3.2.4
Handboek Bomen (2022)
Bij plannen voor aanleg of wijziging van de openbare ruimte houdt de gemeente Barendrecht zich aan de regels uit het Handboek Bomen 2022. Dit handboek bevat onder meer:
• Relevante en actuele vakinformatie;
• Kwaliteitsborging beheer;
• Boomveiligheidscontrole;
• Onderzoek, taxatie, dataregistratie;
• Verschillende ontwerp- en technische eisen om nieuwe en bestaande bomen voldoende bescherming te bieden bij aanleg en herinrichting.
3.2.5
Groene kaart (2019)
De Groene Kaart van Barendrecht (zie figuur 1) bevat een samenhangend geheel van solitaire monumentale bomen, bomen in groengebieden en lijnvormige boomstructuren langs wegen in de gemeente. Om de groene kwaliteit van Barendrecht in de toekomst te borgen en te voorkomen dat beeldbepalende en monumentale bomen uit het straatbeeld verdwijnen, is de Groene Kaart een belangrijk instrument bij de beoordeling van omgevingsvergunningsaanvragen voor het kappen van bomen. Het kappen van bomen die niet op de Groene Kaart 2019 staan, is vergunningsvrij.
Figuur 1. Groene kaart Gemeente Barendrecht 2019
3.2.6
Groenbeleidsplan Barendrecht (2008)
Dit plan formuleert het beleidsmatig kader om te komen tot een gestructureerd groenbeleid. Naast de landschappelijke en stedelijke structuur worden een hoofd- en secundaire groenstructuur aangegeven, die zijn uitgewerkt in wijk- en buurtkenmerken naast natuurontwikkelingen. Het gemeentelijk groenbeleid richt zich op de volgende doelen:
• Een samenhangende groenstructuur;
• Versterking van de ruimtelijke differentiatie d.m.v. groenkarakters;
• Versterking van natuuraspecten in de woonomgeving;
• Een duurzame balans tussen groenbeheer en woonkwaliteit;
• Een afgewogen beheerbeleid;
• Balans tussen kwaliteit en financiële middelen.
3.2.7
Strategie klimaatadaptatie gemeente Barendrecht (2022)
In de Strategie Klimaatadaptatie Barendrecht staan de volgende kerndoelen voor klimaatadaptatie:
• We zijn waterrobuust en klimaatbestendig;
• We hebben een leefbare en gezonde leefomgeving.
3.2.8
Leidraad inrichting openbare ruimte (LIOR)
In deze leidraad staan de belangrijkste kaders voor de inrichting van de openbare ruimte. Bij het schrijven van dit groenbeheerplan was de LIOR nog niet vastgesteld.
3.2.9
Beleid in ontwikkeling
De gemeente zet de komende jaren in op het ontwikkelen van een aanpak van duurzame gebiedsontwikkeling, waarbij de duurzaamheidsdoelen integraal in de opdrachtformulering van ruimtelijke plannen worden geborgd. De regelgeving op dit gebied is tevens in ontwikkeling. Op dit moment wordt er een nationale meetlat opgezet waarbij de minimale normen voor hitte, droogte, wateroverlast, overstromingen, bodem en biodiversiteit worden vastgesteld. Bovenop deze minimumeisen krijgen de lokale ambities nog vorm. De lokale ambities zijn op dit moment nog niet vastgesteld.
3.3 Visies en ambities
3.3.1
Meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp (2022-2026).
Het Barendrechtse college presenteerde november 2022 het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 met daarin een hoge ambitie voor de openbare ruimte.
‘Om onze buitenruimte nog aantrekkelijker te maken, willen we een ambitieus groenbeleid en goed waterbeheer. We investeren in onze basiskwaliteit: wonen, recreëren en sporten in het groen. Onze visie op meer groen draagt bij aan CO2-reductie en biedt onze inwoners (en dieren) meer schaduwplekken, meer recreatie in het groen en een omgeving die beter bestand is tegen wateroverlast en hittegolven. Barendrecht als groene hart van IJsselmonde.’
De gemeente vindt het belangrijk dat Barendrecht schoon, veilig en aantrekkelijk is om in te verblijven. Inwoners, bedrijven en gemeente leveren daaraan elk een bijdrage. In het meerjarenprogramma staan de volgende ambities:
• Het ontwikkelen van een groenvisie;
• Het verbeteren van de kwaliteit en het onderhoudsniveau van de buitenruimte;
• Het realiseren van meer bomen;
• Het bevorderen van biodiversiteit en de aanstelling van een dorpsecoloog;
• Het vervangen van steen door groen;
• Het kappen van bomen alleen wanneer dit noodzakelijk is;
• Het verbeteren van wijkonderhoud (groen);
• Het verkrijgen van draagvlak voor aanpassingen in de buitenruimte.
In het programma zijn sommige ambities op onderdelen al verder uitgewerkt. Waar mogelijk nemen we de ambities en consequenties mee in dit groenbeheerplan.
4 Gebiedsbeschrijving
4.1 Ontstaansgeschiedenis
De gemeente Barendrecht ligt op het eiland IJsselmonde in de metropoolregio Rotterdam, aan de oevers van de Oude Maas. Het landschap van IJsselmonde was vroeger voornamelijk agrarisch gebied met kleinschalige landbouw. De oorspronkelijke en bestaande waterlopen zijn nog steeds goed zichtbaar in het patroon van dijken.
Barendrecht heeft één kern en is ontstaan uit de voormalige buurtschappen Carnisse, Smitshoek, Middeldijk, Koedood en Barendrechtse Veer. Deze kern wordt doorkruist door de A29, waardoor ze is opgesplitst in Barendrecht-Centrum en Barendrecht-Carnisselande. In 1997 werd ten westen van de A29 de Vinex-wijk Carnisselande aangelegd. Met de bouw van 7.600 woningen werd een aanzienlijke bevolkingsgroei gerealiseerd. Het aantal inwoners groeide van ruim 23.000 in 1996 naar meer dan 48.000 in 2023. Hierdoor is Barendrecht demografisch gezien een middelgrote gemeente geworden.
Figuur 2. Plattegrond van Barendrecht in 1975
Figuur 3. Plattegrond van Barendrecht in 2022
4.2 Bouwopgave
In het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 staat dat het noodzakelijk is om de bouwopgave te versnellen vanwege de ontoereikende doorstroming. Als gevolg hiervan zal het te beheren areaal openbaar groen in omvang toenemen. In dit beheerplan houden we geen rekening met deze areaaluitbreiding. De financiële gevolgen van toekomstige areaalmutaties (bijv. Vrouwenpolder en Stationstuinen) landen via het ‘proces areaalwijziging en begroting’ (bijlage 8) in de begroting. Bij kleinschalige nieuwbouwprojecten gaat het vaak om inbreiding op bestaande locaties waar al groen aanwezig is.
4.3 Bodem
De bodem in de gemeente Barendrecht bestaat voornamelijk uit klei en veen (in de eerste twaalf meter). Over het algemeen is de bovengrond schoon tot licht verontreinigd. Dit geldt ook voor de nieuwere woonwijken omdat deze gebouwd zijn op voormalige landbouwgronden. De lintbebouwing en oude kernen zijn historisch gezien concentratiepunten geweest van bedrijvigheid en bebouwing waardoor er sprake kan zijn van matige tot sterke bodemverontreiniging door activiteiten van kleinschalige ambachtelijke bedrijven (Bron: Regionale Nota Bodembeheer).
De gemeente Barendrecht kampt met zakkingsproblematiek omdat de bovenste veenhoudende bodemlaag daalt als gevolg van verlaging van het grondwaterpeil. Dit effect wordt versterkt door de warme en droge zomers van de afgelopen jaren. De straten en tuinen zakken maar de huizen zelf niet. Barendrecht staat op de achtste plaats in de ranglijst van gemeenten met de meeste verzakkingen (Bron: Nederlandse gemeentes met de meeste verzakking - SkyGeo ). De meest kwetsbare locaties zijn opgenomen op de kwetsbaarhedenkaart. Wat betreft groenbeheer heeft verzakking impact op bomen die niet goed gedijen bij grondophogingen. Verzakkingen zijn ook een issue bij het maaibeheer van de gazons.
4.4 Kwetsbaarhedenkaart
De gemeente Barendrecht voert klimaatstresstesten uit en documenteert die in een klimaateffectatlas (www.bar.klimaatatlas.net ). Deze atlas toont de gevolgen van het veranderende klimaat en brengt de kwetsbaarheden in kaart op het gebied van overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte in de gemeente. Het streven is om deze kwetsbaarheden integraal aan te pakken. Water, wegen en groenvoorzieningen zullen gelijktijdig worden aangepast om de kwetsbaarheden te verminderen.
5 Huidige situatie groen
Dit hoofdstuk biedt een overzicht van het groenareaal dat eigendom en/of in beheer is van de gemeente Barendrecht. Het begint met een algemeen overzicht en geeft vervolgens gedetailleerdere informatie over de verschillende beheergroepen en kwaliteit (zie bijlage 2 voor de overzichtskaart van het groenareaal dat in beheer is bij gemeente Barendrecht).
Voor een planmatig, effectief en structureel beheer en onderhoud van het openbaar groen is inzicht nodig in het te beheren areaal. Wettelijk gezien is de gemeente verplicht om de essentiële areaalgegevens via de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) actueel te houden en via een landelijke voorziening te ontsluiten. Deze beheergegevens staan in het gemeentelijke beheersysteem GeoVisia. Een Actueel, Betrouwbaar en Compleet (ABC) inzicht in het beheerareaal is de basis om het openbaar groen datagedreven te beheren.
5.1 Groenareaal op hoofdlijnen
De gemeente Barendrecht beslaat in totaal een oppervlakte van 2.173 hectare, waarvan 1.958 hectare land en 215 hectare water (bron: allecijfers.nl – gegevens van 14 juni 2023 ). Binnen dit gebied beheert de gemeente meer dan 23.500 bomen, ruim 200 hectare gras- en kruidenvegetatie en 58,5 hectare beplanting. Deze gegevens zijn gebaseerd op data uit het beheersysteem GeoVisia van juni 2023. Het aantal bomen is inclusief die op begraafplaatsen terwijl de arealen voor beplanting en gras exclusief beide begraafplaatsen zijn.
Groentype
Areaal
Bomen
23.731
stuks
Solitairen
1.620
stuks
Bosplantsoen
216.939
m²
Heesters
299.683
m²
Vaste planten
15.299
m²
Hagen
52.718
m²
Gras
2.019.818
m²
Totaal groenareaal
2.604.457
m²
Tabel 1. Gegevens groenareaal (GeoVisia juni 2023)
Figuur 4. Overzicht areaal openbaar groen gemeente Barendrecht
Barendrecht heeft in totaal 19.479 huishoudens (bron: allecijfers.nl – gegevens van 14 juni 2023 ). Dat betekent dat er gemiddeld zo’n 134 m² gemeentelijk openbaar groen beschikbaar is per huishouden. Dit is meer in vergelijking met naburige gemeenten zoals Ridderkerk (97 m² per huishouden) en Hendrik-Ido-Ambacht (83 m² per huishouden). Het richtgetal in de Nota Ruimte (Ministerie VROM 2006) is 75 m² groen per woning. Hierbij wordt doorgaans gedoeld op openbaar groen binnen de woonwijken en niet op het groen in de buitengebieden dat vaak wordt beheerd door andere terreinbeherende organisaties.
Een deel van het groenareaal in Barendrecht bevindt zich in verschillende parken waaronder park Buitenoord, park Nieuweland, Geluidswal A29, park Lagewei, Riederpark, Carnisserpark en het dakpark op de stationsoverkapping.
Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud van openbaar groen op bedrijventerreinen. Deze terreinen verschillen sterk in karakter vanwege verschillende aanlegperiodes en functies. Op oudere bedrijventerreinen zoals Dierenstein en Reijerwaard bestaat het groen voornamelijk uit heesterbeplanting met kenmerkende boomstructuren langs de hoofdontsluitingen. Nieuwere bedrijventerreinen zoals Vaanpark hebben een ruimere opzet waarbij het groen voornamelijk bestaat uit gras en bomen. Op alle bedrijventerreinen staat het groen onder druk vanwege de behoefte aan extra parkeerruimte en/of inritten. Dit heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van het openbaar groen.
De Zuidpolder en de Ziedewijdsepolder zijn de laatste overgebleven buitengebieden van Baren¬d-recht. De Ziedewijdsepolder behoudt zijn agrarische functie terwijl de Zuidpolder wordt omgevormd tot een extensief recreatiegebied met volop ruimte voor natuurontwikkeling.
5.2 Kwaliteit van het groen
5.2.1
Ambitie
In het beleidsplan 'Barendrecht ziet groen' uit 2008 staat de ambitie voor het groen in het centrum en de groengebieden op ‘hoog’ en voor de overige structuurgebieden op ‘basis’. Deze ambitie voldeed sterk aan de wensen van de burgers.
Na bezuinigingen en heroriëntatie in 2010 zijn de ambities aangepast. Alles is teruggebracht naar kwaliteitsniveau ‘basis’ (B-kwaliteit) met uitzondering van de “centra- en accentgebieden” (A-kwaliteit). Over het algemeen sluit dit aan op het landelijk gemiddelde en is het onderhoudsbeeld van de openbare ruimte redelijk tot goed.
Figuur 5. Structuurgebiedenkaart (bron: Integrale visie openbare ruimte gemeente Barendrecht – december 2007)
5.2.2
Monitoring van de kwaliteit
Beplanting
In 2022 liet de gemeente bureau Cyber elk kwartaal het groen schouwen. Ook voerde DG Groep in oktober 2022 een quickscan uit met als doel een algemeen beeld te krijgen van de technische staat van het groen in Barendrecht (346 waarnemingen op 8 beeldmeetlatten). Niet alle beheergroepen waren onderdeel van de inspectie. Voor die groepen is alleen het oordeel van de toezichthouders opgenomen. Voor meer info over deze inspecties verwijzen we naar bijlage 3.
Cyber en DG Groep gebruikten voor de schouw de CROW-systematiek. CROW is een Nederlands kennisinstituut voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer, werk en veiligheid. Een kenmerk van deze systematiek is het gebruik van beelden/foto's met normen om de kwaliteit van de openbare ruimte te meten en te beschrijven. Hierbij kan zowel de technische kwaliteit als de verzorgingskwaliteit worden beoordeeld. Er is gecontroleerd aan de hand van een selectie van beeldmeetlatten van het CROW (zie figuur 6). De landelijke standaard voor beeldkwaliteitsniveaus is opgenomen in de Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2018. Hierin wordt een algemene beschrijving gegeven van de kwaliteitsniveaus (A+ tot en met D) en een voorbeeld van een beeldmeetlat (zie tabel 2).
Figuur 6. Voorbeeld beeldmeetlat volgens kwaliteitscatalogus openbare ruimte (CROW)
Tabel 2. Kwaliteitsniveaus volgens de kwaliteitscatalogus openbare ruimte (CROW)
Volgens de inspectiegegevens en CROW-normen voldoet de gemiddelde beeldkwaliteit van de geïnspecteerde beplanting in Barendrecht aan de ambitie van B-kwaliteit. Om deze ambitie te bereiken, moet minimaal 90% van de beplanting op dat niveau zijn. Belangrijke kanttekening is dat een gemiddelde beeldkwaliteit een vertekend beeld kan geven. De kwaliteit kan variëren, afhankelijk van specifieke locaties of beheergroepen. In sommige gebieden kan de kwaliteit hoog zijn, terwijl deze in andere gebieden laag is.
Bomen
Jaarlijks laat de gemeente minimaal een derde van haar bomenbestand controleren op veiligheid en conditie. Deze boomveiligheidscontrole is een visuele inspectie gericht op het opsporen en registreren van boomgebreken die binnen een bepaalde tijdsperiode –met het oog op veiligheid– potentiële schade kunnen veroorzaken. Deze inspectie volgt de landelijke richtlijn BoomVeiligheidsRegistratie (BVR). Het uitgangspunt is dat de boomveiligheidscontrole wordt uitgevoerd vanaf de grond, zonder gebruik te maken van aanvullende hulpmiddelen zoals ladders en spades.
5.3 Omvang en kwaliteit per type groen
Uit een analyse van de inspectiegegevens van Cyber, de quickscan van DG Groep en het oordeel van de groenbeheerder/toezichthouders blijkt dat de gemiddelde kwaliteit van de geïnspecteerde beheergroepen als voldoende wordt beoordeeld (B-niveau). Dit komt overeen met onze doelstelling uit 2010 (zie 5.2.1). Bij het nader bekijken van individuele beheergroepen blijkt echter dat niet alle groepen het afgesproken niveau bereiken.
Figuur 7. Kwaliteit algemeen (bron: gecombineerde resultaten van schouw Cyber en quickscan DG groep)
5.3.1
Bomen
Omschrijving
Een boom is een houtig gewas met een wortelgestel en een enkele, stevige houtige stam, die zich boven de grond vertakt. Bomen worden ingedeeld in vrij uitgroeiende en niet vrij uitgroeiende bomen (bomen langs wegen/straten en fietspaden). Hiernaast bestaan er ook speciale boomvormen zoals lei- en vormbomen. Leibomen worden doelbewust gesnoeid of gebonden om unieke vormen zoals schermen te creëren (zoals lei-lindes). Vormbomen worden gesnoeid om specifieke en vaak opvallende vormen te krijgen (bijvoorbeeld dak-platanen). Ook knotbomen is een aparte beheervorm. Deze bomen worden regelmatig teruggesnoeid om de groei te bevorderen, vaak vanuit landschappelijke of cultuurhistorische overwegingen (de overbekende knotwilgen). Kandelaberen is een extreme knottechniek waarbij de takken van de boom sterk worden ingekort. Hierdoor krijgt de boom de vorm van een kandelaar. Dit is eigenlijk geen reguliere snoeimethode en wordt soms toegepast wanneer een boom te groot is voor zijn huidige standplaats.
Hoeveelheid
Het totale bomenbestand van Barendrecht omvat meer dan 23.500 bomen en bestaat uit ongeveer 350 verschillende boomsoorten. De meest voorkomende boomsoort is de Fraxinus excelsior (gewone es) die ruim 11% van het bomenbestand vertegenwoordigt. Tabel 3 geeft een overzicht van de top zes van meest voorkomende boomsoorten in Barendrecht.
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Aantal
Fraxinus excelsior
Gewone es
2.672
stuks
Gleditsia triacanthos
Valse Christusdoorn
1.332
stuks
Salix alba
Schietwilg
1.188
stuks
Acer pseudoplatanus
Gewone esdoorn
1.060
stuks
Alnus glutinosa
Zwarte els
801
stuks
Platanus x hispanica
Gewone plataan
782
stuks
Tabel 3. Top zes meest voorkomende boomsoorten gemeente Barendrecht
De bomen in Barendrecht staan in gras (43%), beplanting (40%) of verharding (17%). Het merendeel van de bomen betreft niet vrij uitgroeiende laan- of straatbomen (86%). Knot- en vormbomen (8%) en vrij uit groeiende bomen (6%) komen op veel kleinere schaal voor.
In het beheersysteem staan 211 bomen met een monumentale waarde. Hiervan staan er dertien in openbaar gebied en zijn eigendom van de gemeente. Daarnaast staan nog vijftien andere monumentale bomen in openbaar gebied, maar daarvan is de gemeente geen eigenaar. Deze bomen zijn eigendom van projectontwikkelaars, kerken, scholen, woningcorporaties of het waterschap. De overige 183 monumentale bomen zijn privé-eigendom.
Om te voldoen aan de randvoorwaarden voor een individuele monumentale boom moet de boom aan de volgende criteria voldoen (Bomenverordening van de gemeente Barendrecht):
• Minstens 50 jaar oud;
• Mag geen gevaar vormen voor de woon- en leefomgeving;
• Moet in een conditie verkeren waarbij volledig verval niet binnen 10 jaar te verwachten is;
• Moet een extra waarde hebben (beeldbepalend, cultuurhistorisch, ecologisch en/of dendrologisch).
Kwaliteit
In de afgelopen jaren zijn al onze bomen weliswaar gesnoeid, maar niet allemaal binnen de gestelde veiligheidstermijn van zes maanden. Op dit moment is er een achterstand van ongeveer een derde van het totaal aantal bomen. Deze achterstand ontstond door krapte op de arbeidsmarkt voor dit specialistische werk. Om de achterstand weg te werken, is in 2023 al een groenaannemer ingeschakeld. Het is immers belangrijk om snoeiachterstanden te voorkomen, aangezien het te laat snoeien leidt tot grotere snoeiwonden, een slechtere conditie van de bomen en daardoor een grotere kans op ziekten, plagen en takbreuk. Figuur 8 geeft een overzicht van de veiligheidscategorieën. Dit is een momentopname en geeft na nieuwe inspecties en uitgevoerde werkzaamheden een ander beeld. Attentiebomen laten we ieder jaar inspecteren. Bij risicobomen moet een veiligheidsmaatregel worden uitgevoerd. Dit is hoofdzakelijk (grof) dood hout verwijderen of takken innemen. Soms adviseert de inspecteur de boom te vellen. Dit advies volgen we altijd op omdat we risico op (letsel)schade te allen tijde willen voorkomen.
Figuur 8. Overzicht boomveiligheidsklassen
Figuur 9. Overzicht boomconditie
Figuur 9 geeft een overzicht van de conditie van de bomen (GeoVisia 15 juni 2023 ). Twee derde van de bomen die we beheren heeft een goede/voldoende conditie, terwijl van een derde de conditie als onvoldoende/slecht is beoordeeld. Dit is een normaal beeld omdat bomen van oorsprong niet thuishoren in een stedelijke omgeving en door de vaak beperkte groeiruimte moeite hebben zich goed te ontwikkelen.
5.3.2
Solitairen
Omschrijving
Een solitair is een hoog opgaande struik die alleen of in groepen is aangeplant (in beplanting of gras). De snoei is gericht op het behoud van de (specifieke) vorm van de solitair. Zo worden de solitaire elzen langs de Carnisser Baan regelmatig onderaan de stam afgezet waarna ze weer uitlopen tot dichte meerstammige groene schermen. Solitaire sneeuwbalstruiken (Viburnum) vragen daarentegen meer specifieke snoei door gericht dode takken weg te knippen of oud hout weg te snoeien.
Hoeveelheid
Ongeveer de helft van de ruim 1.600 solitairen staat langs de Carnisser Baan. Top drie van de meest voorkomende soorten is Amelanchier lamarckii (Amerikaans krentenboompje), Alnus glutinosa (gewone els) en Physocarpus opulifolius (blaasspirea).
Kwaliteit
De kwaliteit van solitairen schouwen we niet apart, maar over het algemeen hebben onze solitairen een voldoende tot goede conditie.
5.3.3
Bosplantsoen
Omschrijving
Bosplantsoen is opgaande beplanting van inheemse houtige gewassen, bestaande uit zowel struik- als boomvormers. Deze beplanting beheren we extensief wat betekent dat we een natuurlijke groeiwijze nastreven en deze beplanting daarmee bijdraagt aan het vergroten van de biodiversiteit in de openbare ruimte. Het sortiment bosplantsoen is heel divers en bevat onder andere de bekende soorten als Acer campestre (veldesdoorn), Corylus avellana (hazelaar) en Sambucus nigra (gewone vlier)
Hoeveelheid
Wij beheren meer dan 21,5 hectare bosplantsoen. Deze beheergroep beslaat ruim 8% van ons totale groenareaal. 60% van het areaal bosplantsoen is te vinden in onze parken, bijna 20% in woonwijken.
Kwaliteit
Door capaciteitsgebrek is achterstand ontstaan in het onderhoud van bosplantsoen. Hierdoor hebben zich bomen gevormd en is de ontwikkeling van de struiklaag achter gebleven. Naar schatting is 30-40% van het bosplantsoenareaal aan te merken als achterstallig onderhoud.
5.3.4
Heesters
Omschrijving
Heesters zijn houtige gewassen die zich onder of vanaf de grond vertakken, struikvormend zijn en een opgaand karakter hebben. Vanwege hun bloei, bladkleur, vruchten etc. dragen ze bij aan de sierwaarde van en biodiversiteit in de openbare ruimte. Dwergmispel (Cotoneaster), struikkamperfoelie (Lonicera), ganzerik (Potentilla) en spierstruik (Spiraea) zijn bekende sierheesters in Barendrecht. Ook de heesterrozen vallen onder deze beheergroep.
Hoeveelheid
In Barendrecht beheren we 30 hectare heesters (=11,5% van ons beheerareaal). Het overgrote deel van deze beplanting staat in de woonwijken.
Kwaliteit
Tijdens de inspecties zijn achterstanden waargenomen in het onderhoud van de heestervakken. De beplanting in het centrum is op A-kwaliteit, maar in de woonwijken is de kwaliteit lager (vooral in de oudere woonwijken). Op de beeldmeetlat kaal oppervlak bodembedekkers scoort de heesterbeplanting een C-kwaliteit. 22% van de vakken scoort onder het gewenste ambitieniveau. Bij 7% van de vakken is een D-kwaliteit geconstateerd wat duidt op een ernstige achterstand (zie bijlage 3 voor uitleg over de inspectie huidige kwaliteit).
Figuur 10. Kwaliteit bodembedekkers (bron: gecombineerde resultaten van schouw Cyber en quickscan DG groep)
In het beheersysteem staat bij de plantvakken het jaar van aanplant. Volgens de theoretische vervangingscyclus moeten heesters en hagen na 25 jaar vervangen worden (zie 6.2.3). In Barendrecht is gemiddeld 43% van de plantvakken vóór 2000 aangelegd, wat betekent dat ze ouder zijn dan 23 jaar.
Figuur 11: D-kwaliteit op beeldmeetlat heesters – kaal oppervlak.
Er is momenteel te weinig budget om heesters te vervangen en daarom is er ook geen renovatieplanning. Dit is de oorzaak van de scores op C- en D-kwaliteit.
5.3.5
Vaste planten
Omschrijving
Dit betreft een kruidachtige (niet houtige) bloeiende beplanting. Ze groeit uit in het voorjaar, bloeit meestal in de zomer en sterft af in de herfst waarbij de wortels overblijven om in het volgende voorjaar opnieuw uit te lopen. Soorten als ooievaarsbek (Geranium), kattekruid (Nepeta) of vrouwenmantel (Alchemilla) vallen onder deze beheergroep.
Hoeveelheid
Vaste planten vragen veel onderhoud en zijn daardoor een van de duurdere beheergroepen. Om die reden hebben we maar 1,5 hectare vaste planten in ons beheer (0,6% van ons groenareaal). Vaste planten staan voornamelijk in de centra, parken (stationsoverkapping) en woonwijken.
Kwaliteit
Uit de inspectiegegevens blijkt dat 67% van de vaste planten een beeldkwaliteit A heeft. Daartegenover staat dat de inspectie ook aantoont dat 20% van de vaste planten in slechte conditie verkeert. Verklaring hiervoor is de slechte staat van het Rosarium in het Riederpark. Daarvan is niet veel meer over en staat op de nominatie voor vervanging.
5.3.6
Hagen
Omschrijving
Hagen zijn heesterbeplantingen die aan de bovenkant en zijkanten worden geknipt in de vorm van een blok of lijn. Hagen zorgen daarmee voor een strakke lijn en structuur in de openbare ruimte. Meer dan de helft van de hagen bestaat uit bekende ‘haagsoorten’ als Acer campestre (veldesdoorn), Carpinus betulus (haagbeuk) en Ligustrum vulgare (gewone liguster).
Hoeveelheid
We beheren zo’n 5,2 hectare aan hagen (is net 2% van ons groenareaal). Ze staan voornamelijk in de woonwijken (54%), op de bedrijventerreinen (25%) en langs de hoofdwegen (11%).
Kwaliteit
Volgens de inspectieresultaten is de technische kwaliteit van de hagen voldoende. Op de beeldmeetlat gaten in haag is gemiddeld een B-kwaliteit waargenomen, maar een groot deel van de hagen is op A-kwaliteit.
5.3.7
Gras
Omschrijving
De beheergroep gras delen we op in drie categorieën, te weten gazon, kruidenrijk gras en ruw gras. Gazon is kort gemaaid gras met beperkte kruidengroei (bijv. madeliefje en paardenbloem) bedoeld voor verfraaiing en recreatief gebruik als spelen en picknicken. Kruidenrijk gras bestaat uit grassen en kruidachtigen waarbij het beheer gericht is op vergroten van de biodiversiteit (maaien en afvoeren). Ruw gras is gras met een ruig karakter dat na klepelen (fijnhakselen) blijft liggen.
Hoeveelheid
Meer dan driekwart van ons groenareaal bestaat uit gras. Het grootste grasareaal bestaat uit gazon en ligt voornamelijk in de woonwijken. In 2023 is in het kader van ‘biovriendelijk maaien’ het beheer van een aanzienlijk areaal ruw gras gewijzigd naar kruidenrijk gras. Hierdoor beheren we nu meer kruidenrijk gras dan ruw gras. Het areaal kruidenrijk gras en ruw gras ligt voornamelijk langs de hoofdwegen, op de dijken en in de buitengebieden.
Grote delen van de geluidswal tussen de Carnisser Baan en de A15 en het talud van de Stationsoverkapping worden begraasd door schapen (in totaal bijna 13 hectare). Naast de esthetische waarde, vergroot begrazing ook enigszins de biodiversiteit. Gevarieerd en extensief zijn hierbij overigens wel belangrijke aandachtspunten.
Kwaliteit
Tijdens de huidige inspecties is alleen de beeldkwaliteit grashoogte en overgroei van het gazon geïnspecteerd. Om een goed beeld te krijgen van de technische kwaliteit van de grasvelden, zijn echter ook gegevens nodig over kale plekken en oneffenheden in het maaiveld. Deze ontbreken op dit moment. Wel zijn er meldingen dat op verschillende locaties kuilen in het gazon aanwezig zijn wat het maaien bemoeilijkt.
6 Beheer en onderhoud van het groen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe we het onderhoud van het openbaar groen aanpakken. De ambities vertalen we naar concrete fysieke maatregelen en voor elk beheerelement formuleren we passende maatregelen om het gewenste streef- of eindbeeld te realiseren. Daarnaast leggen we uit hoe we omgaan met wijzigingen in groenareaal en hoe inspectie en monitoring is opgezet.
6.1 Uitgangspunten groenbeheer
Bomen, heesters, hagen, vaste planten, kruiden en grassen komen gevarieerd voor in alle wijken. Het groen zorgt voor sfeer, kleur en geur gedurende alle seizoenen en draagt bij aan het gevoel van veiligheid en geluk in de woonomgeving. Naast het positieve effect op bewoners, dient het groen ook als een veilige leef- en doortrekplek voor dieren.
In elke wijk moeten dieren voldoende vocht, voedsel, nest- en slaapgelegenheid kunnen vinden en ze moeten zich gemakkelijk kunnen verplaatsen tussen verschillende groenstructuren. Om dit te realiseren is het cruciaal om diversiteit te waarborgen in de omvang van groengebieden, de aanwezigheid van boomkronen, struiklagen, kruiden en gras, evenals de variatie in boom- en plantsoorten.
Kortom: hoe zorgen we ervoor dat ons openbaar groen op een vakkundige, planmatige en kostenefficiënte wijze duurzaam wordt onderhouden?
6.2 Dagelijks onderhoud
Dagelijks onderhoud omvat verschillende activiteiten die gericht zijn op het behoud van het groen en het handhaven van de gewenste beeldkwaliteit in de openbare ruimte. Inspecteren en snoeien van bomen borgen een veilige woon- en leefomgeving en duurzame instandhouding. Schoffelen en snoeien van beplanting zorgen ervoor dat onkruid wordt verwijderd en beplanting goed kan groeien. Het maaien van het gras draagt bij aan een verzorgde uitstraling, maar ook aan het in stand houden van biovriendelijke bermen. Daarnaast is het knippen van hagen belangrijk om deze in vorm te houden. Het dagelijks onderhoud speelt dus een cruciale rol bij het waarborgen van de groenkwaliteit en het bevorderen van een aantrekkelijke en verzorgde openbare ruimte.
6.2.1
Boomonderhoud
De boominspectie laten we uitvoeren door een boomtechnisch adviesbureau. Dit om te voorkomen dat ‘de slager zijn eigen vlees keurt’. Voor het dagelijks beheer van bomen maken we gebruik van een raamovereenkomst. Deze overeenkomst biedt een kader voor het uitvoeren van diverse snoeimaatregelen. Door middel van de raamovereenkomst kan de gemeente efficiënt en effectief het boombeheer organiseren en waarborgen dat het voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen en veiligheidseisen. Daarnaast snoeit de BAR-bomenploeg een deel van de bomen. In de nieuwe organisatie per 1 januari 2024 heeft de gemeente Barendrecht geen eigen bomenploeg (zie ook hoofdstuk 7).
6.2.2
Integrale onderhoudsbestekken
Het dagelijks groenonderhoud in Barendrecht is geregeld via integrale onderhoudsbestekken. De gemeente is opgedeeld in vier percelen, elk met een specifiek onderhoudsbestek en bijbehorende aannemer. In deze bestekken zijn alle benodigde werkzaamheden opgenomen en vertaald naar frequentiemaatregelen. In tegenstelling tot het beoordelen van het onderhoud op basis van beeldkwaliteit –waarbij het zichtbare resultaat centraal staat– richt een frequentiebestek zich op de regelmatige uitvoering van onderhoudswerkzaamheden. Dit betekent dat het onderhoud volgens een vooraf bepaalde frequentie wordt uitgevoerd, die aansluit bij het gewenste resultaat van de beeldsystematiek conform de CROW-kwaliteitscatalogus voor de openbare ruimte. Het gebruik van het frequentiebestek streeft naar een consistente en planmatige aanpak van het onderhoud, waarbij de kwaliteit en verzorging van de openbare ruimte op een beheerste en effectieve manier worden gewaarborgd.
Bloembakken onderhoudt team Wijkbeheer. Daarnaast wordt dit team ingezet om de kwaliteit van het groen op specifieke hotspots naar een hoger niveau te tillen.
6.2.3
Onderhoudskwaliteit
Naast de benadering van het onderhoud op basis van frequentie gebruiken we in Barendrecht ook de standaardmethoden van beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit legt de nadruk op het zichtbare resultaat van het onderhoud. Hierbij kijken we naar het gewenste (eind)beeld van een beheergroep en welke onderhoudsmaatregelen nodig zijn om dit beeld te realiseren. In bijlage 5 vindt u de streefbeelden van de belangrijkste beheergroepen waarbij het gewenste beeld en de benodigde maatregelen zijn beschreven.
Vanuit het meerjarenprogramma Barendrecht Werelddorp 2022-2026 is het de ambitie om de onderhoudskwaliteit op bepaalde plekken in de openbare ruimte te verhogen naar een A-kwaliteit. Deze zonering wordt bepaald bij de uitwerking van de Groenvisie (2024). Doel is om op specifieke locaties een nog hogere kwaliteit en verzorging van het groen te realiseren bovenop de gemiddelde B-kwaliteit die we nastreven in het overgrote deel van de gemeente.
6.2.4
Participatie en communicatie
Bewoners dragen soms bij aan het groenbeheer in Barendrecht. Dit betreft dan het onderhoud van kleine groenperken, boomspiegels en incidentele opruimacties. Wanneer bewoners aangeven dat ze een stuk groen willen onderhouden, faciliteert de gemeente dit. Voor deze zelfbeheervakken stellen we contracten op om ervoor te zorgen dat de plantvakken aan bepaalde (kwaliteits)eisen voldoen.
Regelmatig communiceren we over de uitvoering van algemene groenwerkzaamheden zoals onkruidbestrijding of snoeien. Bij vervanging van groen communiceren we doorgaans gericht per brief aan de direct omwonenden. Bij het vervangen van bomen hangen we qr-codebordjes op om zo belangstellenden door te geleiden naar specifieke informatie op onze website.
6.3 Planmatig onderhoud
Planmatig onderhoud richt zich op het compleet houden en renoveren of reconstrueren van plantvakken. Ook het vervangen van bomen valt hieronder. Planmatig onderhoud heeft als doel de functionaliteit, esthetiek en duurzaamheid van de groenvoorzieningen in stand te houden. Zorgvuldige analyse van bodemconditie en rekening houden met beplantingskeuze en beeldkwaliteit zijn essentieel onderdeel van het planmatig onderhoud.
6.3.1
Inboet
Inboeten is het opnieuw aanplanten van bomen en planten die na aanplant niet zijn aangeslagen of om wat voor reden zijn doodgegaan. Dit om open plekken in plantvakken en bomenrijen op te vullen.
6.3.2
Vervanging
Groen vervangen we wanneer het niet meer goed is te onderhouden of wanneer het technisch versleten is en het einde van de levensduur heeft bereikt. De vervangingsbehoefte berekenen we op basis van de gemiddelde theoretische levensduur. In dit beheerplan hanteren we voor de verschillende beheergroepen de theoretische levensduren uit tabel 4.
Vervanging van groen is afhankelijk van meerdere factoren. Denk aan de bodemgesteldheid, beperkingen van de groeiplaats, blootstelling aan strooizout, aanrijdingen, nat/droog, ziekten & plagen en nog vele andere omgevingsfactoren. De daadwerkelijke levensduur/vervanging van het groen bepalen we op basis van de werkelijke kwaliteit en vitaliteit ervan.
Groentype
Theoretische levensduur
% vervanging per jaar
Bomen
50 – 75 jaar
2% bomen in verharding
1,3% bomen in gras/beplanting
Bosplantsoen
50 jaar
2%
Heesters
25 jaar
4%
Vaste planten
10 jaar
10%
Hagen
25 jaar
4%
Gazon
25 jaar
4%
Kruidenrijk/ruw gras
50 jaar
2%
Tabel 4. Theoretische levensduur Barendrechtse beheergroepen
6.3.3
Integrale aanpak groenvervanging
Bij integrale herinrichtingsprojecten buitenruimte beoordelen we vooraf of het opportuun is om gelijktijdig de bomen en beplanting aan te pakken. Deze afweging maakt de groenbeheerder. De praktijk leert dat bij vervangingsprojecten op het gebied van riolering, verharding en/of speelvoorzieningen het groen ook gelijktijdig vervangen wordt. Hiermee pakken we meerdere onderhoudsaspecten in één keer aan, wat leidt tot een optimale inrichting en kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte.
6.4 Onderhoud per beheertype
De beheerstrategie bevat de beheeruitgangspunten en beeldbepalende beheermaatregelen vastgelegd voor elk type beheer. De streefbeelden voor het groenbeheer zijn verder uitgewerkt in bijlage 5. Hierin staat gedetailleerd beschreven welke beheermaatregelen nodig zijn om het gewenste beeld te realiseren.
6.4.1
Bomen
Doelstelling
Doel is een vitaal en duurzaam bomenbestand te realiseren dat de kwaliteit van onze groene leefomgeving versterkt. We streven naar een bomenbestand van hoge kwaliteit, wat betekent dat de bomen in goede conditie verkeren en er geen snoeiachterstanden zijn. Bomen dragen zo bij aan een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving voor onze inwoners.
Om dit te bereiken, is ons deskundig onderhoud gericht op het bevorderen van sterke, gezonde bomen en duurzame instandhouding. We zetten in op regelmatige inspecties, gepaste snoei en zorgvuldige verzorging. Door vroegtijdige detectie en aanpak van ziekten, plagen en gebreken borgen we de vitaliteit van onze bomen en minimaliseren daarmee potentiële risico's.
Dagelijks onderhoud
De gemeente inspecteert en onderhoudt haar bomen in een cyclus van 3 jaar. Alle attentiebomen en bomen met een verhoogde gevaarzetting (essen, populieren en wilgen ouder dan 40 jaar) laten we ieder jaar inspecteren. Conform het Handboek Bomen 2022 worden de bomen tijdens de inspectie beoordeeld op veiligheid en snoeibeeld. Met deze driejaarlijkse controle- en snoeicyclus voldoen we aan de landelijke richtlijn. Jonge bomen worden begeleid in hun ontwikkeling en meestal opgekroond (verwijderen onderste takken) om de wettelijke vrije doorgang te bereiken. Onderhoudssnoei vindt plaats bij de oudere bomen waarbij alleen dode, onveilige of verkeerd gegroeide takken worden verwijderd.
De huidige achterstand in het snoeibeeld (ongeveer een derde van het totale aantal) is ongewenst. Als een boom vanuit de inspectie het advies ‘vellen’ krijgt, kappen we deze boom binnen de gestelde termijn en streven we naar herplant op dezelfde locatie (of in de nabije omgeving).
Planmatig onderhoud
Op basis van de inspectie en meldingen vervangen we dode en ernstig zieke bomen. Aftakelende bomenrijen en boomgroepen met een slechte vitaliteit vervangen we planmatig. Hierbij beoordelen we of het haalbaar is om een nieuwe boom te planten, welke boomsoort geschikt is en op welke duurzame wijze dit kan worden gedaan. Het maken van een passende groeiplaats is essentieel voor de langdurige gezondheid en groei van bomen. Groeiplaatsverbeteringen nemen we mee bij weg- en herinrichtingsprojecten.
Daarbij kijken we naar mogelijkheden om de groeiplaatsen van bestaande bomen te vergroten, zodat de levensverwachting van de bomen kan worden verlengd.
Watergeven in de eerste twee jaar na aanplant behoort ook tot het planmatig onderhoud.
Veel van onze bomen zijn in de bloei van hun leven en komen pas binnen enkele tientallen jaren aan het einde van hun (theoretische) levenscyclus. De figuren 12 en 13 geven inzicht in het plantjaar en de leeftijdsopbouw van ons gemeentelijk bomenbestand.
Figuur 12 en 13. Plantjaar en leeftijd bomen in beheer bij de gemeente Barendrecht
Van ons bomenbestand is ruim 17% ouder dan 40 jaar. Dit betekent dat we ruim 4.000 bomen moeten vervangen binnen 25 jaar omdat ze aan het einde van hun theoretische levensduur zullen zijn. Om vervangingspieken in de toekomst te voorkomen, is het belangrijk om structureel jaarlijks een deel van het totale bomenbestand te vervangen. Op dit moment vervangen we alleen bomen die daadwerkelijk aan vervanging toe zijn. Het kan voorkomen dat een boom langer leeft dan zijn theoretische levensduur, maar vaak wordt deze leeftijd niet bereikt vanwege reconstructies, ophogingen, graafwerkzaamheden kabels & leidingen en andere factoren. Gezonde oude bomen proberen we zo lang mogelijk te behouden.
6.4.2
Solitairen
Doelstelling
Ook het beheer van onze solitairen is gericht op duurzame instandhouding. Anders dan bij bomen worden solitairen niet geïnspecteerd uit oogpunt van veiligheid. Dit omdat ze qua grootte geen gevaar vormen voor de veiligheid van de woon- en leefomgeving.
Dagelijks onderhoud
Het dagelijks onderhoud aan solitairen is minimaal en bestaat uit het bijmaaien van gras en het om de zoveel jaar snoeien.
Planmatig onderhoud
Dode en zieke solitairen vervangen we tijdens het plantseizoen (grofweg november–maart).
6.4.3
Bosplantsoen
Doelstelling
Doel is het bevorderen van natuurlijke (inheemse) en gemengde vegetatie met een zoom–mantel–kern opbouw. Hiermee creëren we een geleidelijke overgang van kruiden (zoom) via struiken (mantel) naar opgaand bos (kern). Gefaseerd maaien en kruidengroei stimuleert de biodiversiteit. Bij het beheer van bosplantsoen kunnen verschillende eindbeelden worden gerealiseerd zoals struweel, bossingel, hakhout of bos (zie bijlage 5 voor meer toelichting).
We bepalen de komende jaren per bosplantsoenvak het gewenste eindbeeld. Bij het wegwerken van de achterstanden in het bosplantsoen zetten we een eerste stap naar dat gewenste eindbeeld.
Dagelijks onderhoud
De randen van bosplantsoenvakken snoeien we 1x per jaar en maaien we 2x per jaar. Jonge aanplant (<3 jaar) wordt geschoffeld. Daarnaast dunnen we –in een cyclus van 8 jaar– het bosplantsoen om boomvormers te verwijderen en de diversiteit aan soorten te behouden.
Planmatig onderhoud
Bosplantsoen heeft een theoretische levensduur van 50 jaar. Hierna kijken we of de vegetatie nog vitaal en functioneel is of moet worden vervangen. Uitgevallen jong bosplantsoen boeten we meestal in. Maar soms kiezen we om niet in te boeten om daarmee kruidengroei te bevorderen.
6.4.4
Heesters
Doelstelling
Heesters hebben een decoratieve functie en voegen visuele en ecologische waarde toe aan de omgeving. We streven naar gesloten plantvakken met een verzorgd uiterlijk en een kwaliteitsniveau B. Een beperkte mate van snoeiachterstand beschouwen we als acceptabel. Langs verharding en gras zijn de randen van de beplantingsvakken redelijk zichtbaar en zijn er weinig storende of overhangende takken. Kaal oppervlak is slechts in beperkte mate toegestaan en ook zwerfafval is beperkt aanwezig.
Dagelijks onderhoud
Onkruid houden we onder controle door regelmatig te schoffelen (minimaal 10x per jaar) en enkele keren de onkruidresten uit te ruimen. Zwerfafval wordt opgeruimd tijdens periodieke rondes waarbij indien nodig ook grofvuil wordt verwijderd. In het najaar ruimen we het gevallen blad op. Daarnaast snoeien we de randen van onze heesters om te voorkomen dat het groen te ver buiten de plantvakken groeit. De soort en type heester bepalen de snoeiwijze (specifieke verjongingssnoei of heel het plantvak kortzetten).
Planmatig onderhoud
Bij planmatig onderhoud van heestervakken streven we naar het behoud van een gezonde en verzorgde beplanting. Inboet en vervanging van oude of zieke heesters is gericht op het verbeteren van de beeldkwaliteit van de groene openbare ruimte. Hierbij kijken we zorgvuldig naar de juiste plantkeuze en houden we rekening met factoren als groeiomstandigheden, gewenste beplantingsstructuur en sier- en ecologische waarde.
6.4.5
Vaste planten
Doelstelling
Vaste planten spelen een prominente rol in het creëren van een aantrekkelijke en biodiverse openbare ruimte. We concentreren ons voornamelijk op zichtlocaties en prominente plekken in de openbare ruimte waar vaste planten optimaal kunnen bijdragen aan de esthetische beleving en het creëren van een levendige sfeer. We streven naar een beheer dat ecologisch verantwoord is en bijdraagt aan het behoud en bevordering van de biodiversiteit. De planten zien er verzorgd uit, zijn compact geplant en onkruiden zijn nauwelijks aanwezig.
Dagelijks onderhoud
Vaste planten houden we onkruid- en zwerfafvalvrij. Eenmaal per jaar worden de vaste planten afgeknipt of gemulcht (bovengrondse delen worden versnipperd en over het plantvak verspreid) om hergroei te bevorderen. Mulchen heeft als voordeel dat het natuurlijke materiaal wordt gerecycleerd en dient als een natuurlijke bemesting voor de planten. Dit bevordert de gezonde groei en bloei van de vaste planten en draagt bij aan een duurzaam onderhoudsbeleid.
Planmatig onderhoud
Vaste planten hebben een theoretische levensduur van 10 jaar. Bemesten en regelmatig vervangen zijn de belangrijkste planmatig onderhoudswerkzaamheden. Bij de aanplant van vaste planten streven we naar een evenwichtige en diverse samenstelling en houden we rekening met kleur, bloeiperiode, groeivorm en bijdrage aan biodiversiteit.
6.4.6
Hagen
Doelstelling
Het beheer van hagen is gericht op het in stand houden van een gesloten lijnvormige beplanting, die zorgt voor verkeersbegeleiding, bijdraagt aan de aankleding van de openbare ruimte en de biodiversiteit verhoogt. We streven naar een minimale beeldkwaliteit B en naar minimale aanwezigheid van gaten in de haag, zodat de strakke lijnen van de haag goed zichtbaar blijven.
Dagelijks onderhoud
Voor een verzorgd uiterlijk, schoffelen we minstens 10x per jaar het onkruid en we verwijderen het zwerfvuil uit de haagvoet. Daarnaast snoeien we de hagen een aantal keer per jaar om uitstekende takken of scheuten weg te nemen en rechte lijnen te creëren. Ook borgen we hierbij het uitzicht bij oversteekplaatsen en kruisingen.
Planmatig onderhoud
Bij het ontstaan van kale plekken en grootschalige uitval kijken we of herplant op duurzame wijze mogelijk is. Indien nodig verbeteren we de kwaliteit van de groeiplaats door de bodemstructuur te verbeteren of voedingsstoffen aan te vullen. Een goede groeiplaats draagt immers bij aan de vitaliteit en het duurzaam in stand houden van de hagen.
6.4.7
Gazon
Doelstelling
Onze gazons zien er verzorgd uit en zijn functioneel, toegankelijk en aantrekkelijk voor recreatie en gebruik. De grasmat is gezond en heeft een nette uitstraling conform B-kwaliteit.
Dagelijks onderhoud
Onze gazons maaien we minimaal 22x per jaar. De obstakels (lichtmasten, paaltjes etc.) worden minder frequent bijgemaaid. Daarnaast ontdoen we het gazon regelmatig van zwerfafval en verwijderen we in het najaar het afgevallen blad om verstikking te voorkomen. De randen van de gazons langs verharding en beplanting steken we en maaien we 2x per jaar.
Planmatig onderhoud
Als gazons niet meer voldoen aan de technische kwaliteit vanwege kale plekken of ongelijkheid, frezen we de grasmat. Vervolgens egaliseren en profileren we het terrein en zaaien het in met een geschikt gazonmengsel.
6.4.8
Kruidenrijk en ruw gras
Doelstelling
Doel is het ontwikkelen en behouden van een divers en ecologisch waardevol grasland dat bijdraagt aan de biodiversiteit en natuurlijke processen. We streven naar een gezonde grasvegetatie met een rijke variatie aan grassen, kruiden en bloeiende planten. Door het beperken van bemesting en het maaien/afvoeren op specifieke momenten, bevorderen we de ontwikkeling van een robuuste grasvegetatie dat zorgt voor een aantrekkelijke leefomgeving voor planten, insecten en andere dieren.
Kruidenrijk gras is waardevoller, maar niet overal mogelijk. Praktische zaken als in te zetten materieel, kleine oppervlakken en uitzichthoeken dwingen ons soms tot frequent maaien en niet opruimen.
Dagelijks onderhoud
Maaien vindt plaats in periodieke rondes. Frequentie varieert van 1x tot 5x per jaar. Bij kruidenrijk gras voeren we het maaisel af, ruw gras blijft liggen nadat het is geklepeld. Daarnaast ruimen we regelmatig zwerfafval en wordt een meterstrook langs verharding frequenter gemaaid. Dit in het kader van de toegankelijkheid en verkeersveiligheid.
Planmatig onderhoud
Niet van toepassing.
6.5 Kabels en leidingen
In de begroting staat een aparte post voor 'degeneratie groen'. Hierop ontvangen we inkomsten van nutsbedrijven voor graafwerkzaamheden in het gemeentelijk groen. Nutsbedrijven betalen een landelijk vastgestelde prijs per vierkante meter voor de schade die zij veroorzaken. Deze inkomsten zijn echter niet voldoende om alle herstelwerkzaamheden te bekostigen.
Daarom is een nieuwe werkwijze afgesproken met de nutsbedrijven. De huisaannemer van de gemeente herstelt het groen bij grootschalige kabels- & leidingenprojecten. De factuur van deze groenherstelwerkzaamheden wordt vervolgens rechtstreeks naar de nutsbedrijven gestuurd. Op deze manier dragen zij de kosten voor het herstellen van grote schades en worden de herstelwerkzaamheden goed uitgevoerd.
6.6 Ziekte en plagenbestrijding
Veel boomstructuren bestaan uit dezelfde boomsoort, wat kan leiden tot snelle verspreiding van ziekten & plagen en grootschalige uitval. Verschillende boomsoorten worden bedreigd door ongeneeslijke ziekten, wat resu
Terug naar het vergunningen overzicht
Details van vergunning
- BeschrijvingGroenbeheerplan 2024 – 2028
- Soortofficielepublicaties ()
- Gepubliceerd op20-02-2024
- Start19-02-2024
- StraatnaamGroenbeheerplan 2024 – 2028
- Postcode