Delen

- Advertentie (?) -

Nota Reserves en Voorzieningen Gemeente Barendrecht 2022 – 2025

06-02-2023

Nota Reserves en Voorzieningen Gemeente Barendrecht 2022 – 2025

1. Inleiding

1.1. Inleiding

Voor u ligt de nota “Reserves en Voorzieningen 2022 - 2025”. Het doel van deze nota is het bestaande beleid voor reserves en voorzieningen te actualiseren en voor de komende vier jaar vast te stellen. Hiermee volgt de nota de college- en raadsperiode. Uiterlijk 2025 evalueren we de nut en noodzaak van de bestaande reserves en voorzieningen en herijken / actualiseren we het beleid.

Het instellen van (bestemmings-)reserves behoort tot de keuzevrijheid van de gemeenteraad. De gemeenteraad kan bovendien de bestemming van deze reserves wijzigen. Voorzieningen kennen een wettelijk veel dwingender karakter en worden gevormd omdat daar verplichtingen of risico’s tegenover staan waarbij omvang en tijdstip van optreden onzeker zijn. De raad kan de bestemming van voorzieningen niet wijzigen. Voorzieningen moeten dekkend zijn voor de achterliggende verplichtingen of risico's waarvoor ze zijn gevormd.

Het vaststellen van het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen is een verantwoordelijkheid van de raad. In de huidige financiële verordening van Barendrecht is opgenomen dat het college de nota reserves en voorzieningen opstelt en dat de raad deze vaststelt. Daarbij is opgenomen dat deze nota behandelt:

– de vorming en besteding van reserves;
– de vorming en besteding van voorzieningen;
– de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

Het is gebruikelijk de nota eens per vier jaar te actualiseren. De laatste nota is vastgesteld in 2017 en strekte zich uit over de periode 2017 – 2020. Op 5 juli 2022 heeft de raad ingestemd met de actualisatie van (een aantal) reserves. Deze actualisatie is verwerkt in deze nota.

1.2. Leeswijzer

In hoofdstuk 2 vatten wij de kaders en beslispunten samen welke later in het document worden toegelicht. In hoofdstuk 3 gaan we in op het onderscheid tussen reserves en voorzieningen, beschrijven we de aard en functie en wet- en regelgeving en definiëren we onze uitgangspunten met betrekking tot de beleids- en beheersmatige aspecten ten aanzien van reserves en voorzieningen. In hoofdstuk 4 presenteren we een cijfermatig overzicht van de huidige reserves en voorzieningen gebaseerd op de stand na de jaarrekening 2021 en de 2e tussenrapportage 2022. Hierbij is rekening gehouden met de actualisatie van reserves als gevolg van het raadsbesluit van 5 juli 2022. In hoofdstuk 5 beschrijven we tenslotte de indeling en het doel van de bestaande reserves en voorzieningen.

2. Samenvatting van de kaders en beslispunten

2.1. Algemeen

In hoofdstuk 3 gaan we dieper in op de beleids- en beheersmatige aspecten ten aanzien van reserves en voorzieningen. Hieronder vatten we de kaders en beslispunten samen aan de hand van onze uitgangspunten.

2.2. Uitgangspunten reserves

Uitgangspunt R1:

We houden het aantal reserves zo beperkt mogelijk

Uitgangspunt R2:

Alleen de raad is bevoegd te beslissen over het instellen of opheffen van reserves

Uitgangspunt R3:

De raad besluit over de (geraamde) stortingen en/of onttrekkingen aan de reserves

Uitgangspunt R4:

Het jaarrekeningresultaat verrekenen we met de Algemene Reserve

Uitgangspunt R5:

Bij een voorstel tot het instellen van een reserve nemen we bij voorkeur het bestedingsdoel en een bestedingsplan op

Uitgangspunt R6:

Bestemmingsreserves stellen we bij voorkeur in ter dekking van incidentele lasten

Uitgangspunt R7:

Reserves t.b.v. de dekking van afschrijvingslasten stellen we bij voorkeur in voor investeringen met een incidenteel karakter

Uitgangspunt R8:

Na het verstrijken van de afgesproken looptijd of het vervallen van het bestedingsdoel valt het saldo van de reserve vrij ten gunste van de Algemene reserve

Uitgangspunt R9:

We rekenen geen rente toe aan de reserves

Uitgangspunt R10:

De norm voor de weerstandsratio bedraagt 1,4 (ruim voldoende)

2.3. Uitgangspunten voorzieningen

Uitgangspunt V1:

Het instellen en/of opheffen van een voorziening leggen we, vanuit praktisch oogpunt, voor aan de raad bij de vaststelling van de P&C-documenten

Uitgangspunt V2:

Voor het instellen of opheffen van een voorziening waaraan een beleidswijziging ten grondslag ligt, is een expliciet raadsbesluit nodig

Uitgangspunt V3:

Wanneer het doel waarvoor de voorziening is gevormd niet meer bestaat, of is gewijzigd, valt de voorziening vrij ten gunste van de exploitatie

3. Uitgangspunten reserves en voorzieningen

3.1. Onderscheid reserves en voorzieningen

De beantwoording op de vraag of er sprake is van een reserve of een voorziening wordt bepaald door de mogelijkheid om de bestemming ervan te wijzigen. Een reserve kent een specifiek beschreven doelstelling, maar roept desalniettemin geen verplichting op. De bestemming kan en mag door de raad worden gewijzigd. Voorzieningen kennen een wettelijk dwingend karakter en dienen te worden gevormd vanwege gespecificeerde (en onderbouwde) risico’s en/of verplichtingen. Het doel (c.q. bestemming) van een voorziening staat daarmee vast en kan niet worden gewijzigd zolang de betreffende verplichting of het risico zich voordoet.
In de volgende paragrafen gaan we in op de aard en functie van, en de wettelijke kaders rondom, reserves en voorzieningen. We beschrijven tevens de (beleids-)uitgangspunten voor het vormen, opheffen en muteren van een reserve of voorziening.
In onderstaand overzicht vatten we het onderscheid tussen reserves en voorzieningen kort samen:

Reserve

Voorziening

Bevoegdheid:

Raad

College (m.u.v. voorzieningen waar een beleidswijziging aan ten grondslag ligt)

Wijzigen bestemming mogelijk:

Ja

Nee

Toevoeging / dotatie:

Resultaatbestemmend (Raadsbesluit vereist)

Resultaatbepalend (last voor de begroting)

Onttrekking / aanwending:

Resultaatbestemmend (Raadsbesluit vereist)

Rechtstreeks via voorziening op de balans, geen resultaateffect

Onderbouwing (financieel):

Wenselijk

Verplicht

Indeling:

– Algemene reserve

– Bestemmingsreserves

– Verplichtingen en verliezen

– Bestaande risico's

– Egalisatie van lasten

– (Beklemde) Bijdragen van derden

Onderdeel van:

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

3.2. Reserves

3.2.1. Aard en functie
Reserves behoren tot het eigen vermogen en zijn in principe vrij besteedbaar. De algemene reserve vormt het weerstandsvermogen van de gemeente. Aan de algemene reserve is geen bestemming gegeven. Deze reserve dient om (financiële) risico’s in algemene zin op te vangen (bufferfunctie) in het geval dat de begroting en eventuele bestemmingsreserves geen oplossing bieden.
De bestemmingsreserve is een reserve die met een bepaald doel is gevormd. Bij een dergelijke reserve is weliswaar sprake van een, door middel van een raadsbesluit, vastgelegde bestemming, maar een dergelijk besluit roept geen verplichting op. De raad kan immers de bestemming van de reserve wijzigen of de reserve opheffen.

In het algemeen onderscheiden we de volgende functies van reserves:

1. Bufferfunctie: Dit is de belangrijkste functie van het eigen vermogen. Reserves behoren tot één van de instrumenten om niet kwantificeerbare risico’s af te dekken;
2. Egalisatiefunctie: Reserves kunnen worden gevormd om baten en lasten over de jaren heen gelijkmatig te verdelen. Pieken en dalen in de exploitatie kunnen zodoende worden vermeden. Voorwaarde hierbij is dat er een actueel meerjarenperspectief aan ten grondslag ligt;
3. Bestedingsfunctie: Bestemmingsreserves worden gevormd voor bepaalde specifieke bestemmingen en door de gemeenteraad vastgesteld. Deze middelen zijn zonder toestemming van de raad niet vrij aanwendbaar voor andere zaken.

3.2.2. Wet- en regelgeving
In artikel 42 lid 1 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is opgenomen dat het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening. Artikel 43 van het BBV voegt daaraan toe dat:

1. In de balans worden de reserves onderscheiden naar:
a. de algemene reserve;
b. de bestemmingsreserves.

2. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven.

Het is de gemeente toegestaan naar eigen inzicht een onderverdeling te maken binnen de twee categorieën.

Naast bovenstaande artikelen heeft de Commissie BBV in de ‘Notitie Materiële Vaste Activa’ (2020) en de ‘Notitie Incidentele Baten en Lasten’ (2018) een aantal aanvullende voorwaarden genoemd:

– Wanneer er geen bespaarde rente wordt toegevoegd, dan kan alleen de jaarlijkse afschrijving onttrokken worden aan een bestemmingsreserve kapitaallasten. In Barendrecht rekenen we geen bespaarde rente toe aan reserves en onttrekken we derhalve enkel afschrijvingslasten uit de bestemmingsreserve(s) t.b.v. afschrijvingen.
– Indien de raad heeft besloten tot een bestemmingsreserve afschrijvingslasten dan mag deze reserve niet in mindering worden gebracht op een investering, maar wordt deze gebruikt als dekking van de jaarlijkse uit de investering voortvloeiende afschrijvingslasten.
– Om de volledige afschrijvingslasten aan de bestemmingsreserve afschrijvingslasten te kunnen onttrekken, moet het saldo van de bestemmingsreserve afschrijvingslasten gelijk zijn aan de boekwaarde van de desbetreffende activa.
– Wanneer het saldo van de bestemmingsreserve afschrijvingslasten minder is dan de boekwaarde van de desbetreffende activa, dan kunnen de afschrijvingslasten slechts naar rato aan de bestemmingsreserve afschrijvingslasten worden onttrokken.
– De afschrijvingslastenreserves zijn gekoppeld aan de betreffende investeringen. Dit houdt in dat wanneer de investering vertraging oploopt de onttrekking evenredig lager zal zijn en vice versa.
– In principe zijn alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves incidenteel van aard. De afschrijvingslastenreserves vormen hierop de enige uitzonderingen. Door deze apart te benoemen is het duidelijk dat de dekking een structureel karakter heeft.

3.2.3. Uitgangspunten
In deze paragraaf gaan we in op de beleids- en beheersmatige aspecten ten aanzien van reserves. We beschrijven daarbij de uitgangspunten rondom het instellen van reserves, de handelswijze met betrekking tot dotaties en onttrekkingen en overige aandachtspunten.

Uitgangspunt R1: We houden het aantal reserves zo beperkt mogelijk

Vanwege de overzichtelijkheid en doelmatigheid verdient het aanbeveling om het aantal reserves zo beperkt mogelijk houden. We voorkomen daarmee dat er teveel ‘potjes’ ontstaan die beslag leggen op de gelden van de gemeente. Bovendien is een reserve feitelijk een dekkingsmiddel en geen financieringsmiddel.

Uitgangspunt R2: Alleen de raad is bevoegd te beslissen over het instellen of opheffen van reserves

Dit is een wettelijke bepaling en vergt een expliciet raadsbesluit. Dat gebeurt doorgaans bij de vaststelling van de begroting of de jaarrekening (opgenomen als apart beslispunt), maar kan ook als separaat voorstel aan de raad worden voorgelegd.

Uitgangspunt R3: De raad besluit over de (geraamde) stortingen en/of onttrekkingen aan de reserves

Ook dit is wettelijk bepaald en hangt samen met het budgetrecht van de raad. De geraamde onttrekkingen en stortingen worden opgenomen in de jaarlijkse begroting van enig jaar en, met het vaststellen van de begroting, door de gemeenteraad bekrachtigd. In de reguliere P&C-instrumenten (begrotingswijzigingen) rapporteren we over afwijkingen rond deze onttrekkingen en toevoegingen.

Uitgangspunt R4: Het jaarrekeningresultaat verrekenen we met de Algemene Reserve

De raad kan bij het vaststellen van de jaarrekening echter besluiten om het jaarresultaat (deels) op een andere manier te bestemmen.

Uitgangspunt R5: Bij een voorstel tot het instellen van een reserve nemen we bij voorkeur het bestedingsdoel en een bestedingsplan op

Alleen het noemen van het specifieke bestedingsdoel biedt onvoldoende onderbouwing voor een besluit van de raad. Er dient bij voorkeur ook een bestedingsplan te zijn waarin onder andere de voeding van de reserve en de geschatte maximale omvang en looptijd zijn opgenomen.
Belangrijk is daarbij op te merken dat het instellen van een reserve nog niet betekent dat de ‘middelen’ beschikbaar zijn. Daarvoor moet(en) ook de geraamde onttrekking(en) door de raad zijn vastgesteld.

Uitgangspunt R6: Bestemmingsreserves stellen we bij voorkeur in ter dekking van incidentele lasten

Reservemutaties worden gezien als incidentele baten of lasten (uitgezonderd de reserve afschrijvingslasten – zie R8). Het doet recht aan het algemene dekkingsprincipe om structurele lasten met structurele baten af te dekken en niet met een incidentele onttrekking uit een reserve.

Uitgangspunt R7: Reserves t.b.v. de dekking van afschrijvingslasten stellen we bij voorkeur in voor investeringen met een incidenteel karakter

Vanwege het terugkerende karakter van vervangingsinvesteringen gaan we behoedzaam om met het instellen van afschrijvingslastenreserves. De begroting moet niet gewend raken aan structurele bijdragen uit reserves voor toekomstige en (steeds) terugkerende vervangingen. Het is echter van belang om een zekere mate van flexibiliteit in de begroting te houden en in sommige gevallen toch deze reserves te vormen. Dit geldt dan vooral voor nieuwe investeringen die over het algemeen een éénmalig karakter kennen. Omdat mutaties van afschrijvingsreserves gezien worden als structureel van aard kunnen incidentele middelen (zoals bijvoorbeeld de ontvangen Enecogelden) gebruikt worden om een afschrijvingsreserve te vormen en zorgen daarmee voor structurele dekking in de begroting.

Uitgangspunt R8: Na het verstrijken van de afgesproken looptijd of het vervallen van het bestedingsdoel valt het saldo van de reserve vrij ten gunste van de Algemene reserve

Indien bij het verstrijken van de looptijd of het vervallen van het huidige bestedingsdoel geconstateerd wordt dat eventuele restantmiddelen langer of voor een ander bestedingsdoel nodig zijn, dan is hiervoor een nieuw raadsbesluit nodig waarbij het (nieuwe) doel, de omvang en de looptijd opnieuw worden afgewogen.

Uitgangspunt R9: We rekenen geen rente toe aan de reserves

Rentebijschrijving aan reserves is volgens het BBV mogelijk, maar de aanbeveling is om dit niet te doen. Barendrecht rekent geen rente toe aan reserves. In het licht van de aanbeveling van de commissie BBV handhaven we dit uitgangspunt.

Uitgangspunt R10: De norm voor de weerstandsratio bedraagt 1,4 (ruim voldoende)

De Algemene Reserve vormt de belangrijkste component van het beschikbare weerstandsvermogen. Afgezet tegen de benodigde weerstandscapaciteit, zoals genoemd in de risicoparagraaf in de begroting en de jaarrekening, levert dit de zogenaamde weerstandsratio op. In Barendrecht streven we naar een ratio van 1,4 (ruim voldoende).

3.3. Voorzieningen

3.3.1. Aard en functie
Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (het saldo van verplichtingen en schulden) en geven een schatting van risico’s en verplichtingen die in de toekomst worden afgewikkeld waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden niet bekend is. Voor alle soorten voorzieningen geldt de voorwaarde dat er een causaal verband moet zijn met een gebeurtenis in de periode voorafgaand aan de balansdatum of het begrotingsjaar. Het risico en/of de verplichting is daarmee min of meer concreet of specifiek te noemen. De algemene reserve is bedoeld voor het opvangen van de algemene bedrijfsrisico’s zoals opgenomen in de paragraaf weerstandvermogen.
Voorzieningen kennen een verplichtend karakter waardoor er nauwelijks keuzevrijheid is voor college of raad met betrekking tot het instellen of muteren van voorzieningen. Elke voorziening moet namelijk de omvang hebben van de desbetreffende verplichting of het desbetreffende risico. Toevoegingen aan (of vorming van) of vrijval van voorzieningen ontstaan enkel vanwege noodzakelijke aanpassing aan de geschatte verplichting / risico. Deze toevoeging (of vorming) maakt deel uit van het rekeningresultaat vóór bestemming. Onttrekkingen (i.e. gebruik van de voorziening waarvoor deze is gevormd) vinden rechtstreeks in de balans plaats en kennen geen effect op de exploitatie.

Net als de reserves kennen voorzieningen verschillende functies. Deze zijn wettelijk vastgelegd en in de volgende paragraaf beschreven.

3.3.2. Wet- en regelgeving
Artikel 44 van het BBV kent de volgende bepalingen ten aanzien van de vorming en/of het gebruik van voorzieningen:

1. Voorzieningen worden gevormd wegens:
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;
b. op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
d. de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b.
3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Artikel 45 van het BBV voegt daaraan toe dat rentetoerekening aan voorzieningen niet is toegestaan.

In de ‘Notitie Materiële Vaste Activa’ (2020) heeft de Commissie BBV daarnaast een aantal stellige uitspraken ten aanzien van het vormen van voorzieningen opgenomen:

– Voorzieningen die vooraf worden gevormd om lasten van groot onderhoud gelijkmatig te verdelen over meerdere begrotingsjaren, kunnen alleen met instemming van de raad ingesteld en gevoed worden op basis van een recent beheerplan;
– In geval van achterstallig onderhoud waarbij sprake is van kapitaalvernietiging en/of onveilige situaties wordt er op basis van artikel 44 lid 1a BBV een voorziening gevormd.

3.3.3. Uitgangspunten
Zoals hierboven toegelicht is de beleidsvrijheid bij voorzieningen zeer beperkt. Dat uit zich in het geringe aantal uitgangspunten welke we voor beleid en beheer van voorzieningen onderscheiden.

Uitgangspunt V1: Het instellen en/of opheffen van een voorziening leggen we, vanuit praktisch oogpunt, voor aan de raad bij de vaststelling van de P&C-documenten

Gezien het dwingend wettelijke karakter is er in de regel geen ruimte om af te wijken van hetgeen is voorgesteld. Feitelijk is het college daarom bevoegd tot het instellen en/of opheffen van voorzieningen (uitgezonderd voorzieningen zoals genoemd onder uitgangspunt V2).

Uitgangspunt V2: Voor het instellen of opheffen van een voorziening waaraan een beleidswijziging ten grondslag ligt, is een expliciet raadsbesluit nodig

Hiermee bedoelen we het instellen of opheffen van een voorziening ter egalisatie van de kosten, zoals een voorziening voor meerjarig (groot) onderhoud. De bedoeling van een dergelijke voorzieningen is een gelijkmatige verdeling van lasten en/of baten over een aantal (toekomstige) begrotingsjaren. Aan deze voorzieningen liggen (beleids-)keuzes ten grondslag en is daardoor een raadsbevoegdheid.

Uitgangspunt V3: Wanneer het doel waarvoor de voorziening is gevormd niet meer bestaat, of is gewijzigd, valt de voorziening vrij ten gunste van de exploitatie

De voorziening wordt opgeheven en het eventuele restantsaldo komt ten gunste van het betreffende programma. Als voor het gewijzigde doel een voorziening dient te worden gevormd, gelden de regels voor het instellen van een nieuwe voorziening.

4. Cijfermatig overzicht huidige reserves en voorzieningen

In dit hoofdstuk geven we de saldi van de huidige reserves en voorzieningen weer per 1 januari 2022 en 2023. De grondslag voor deze bedragen vormen de laatst vastgestelde jaarrekening (2021) en de 2e tussenrapportage 2022. Hierbij is rekening gehouden met de actualisatie van reserves als gevolg van het raadsbesluit van 5 juli 2022.
De verschillende reserves en voorzieningen zijn genummerd. In het volgende hoofdstuk beschrijven we per reserve en voorziening, aan de hand van deze nummering, de indeling en het doel van de betreffende reserve of voorziening.

4.1. Cijfermatig overzicht reserves

Het cijfermatig beeld van de huidige reserves is als volgt:

Saldo

Saldo

Nr.

Naam Reserve

per 1-1-2022

per 1-1-2023

Algemene reserves

1

Algemene Reserve (inclusief resultaat boekjaar)

12.632.300

13.334.200

Totaal algemene reserves

12.632.300

13.334.200

Reserve Grondbedrijf

2

Bedrijfsreserve Grondbedrijf

15.411.000

4.944.600

Totaal reserve Grondbedrijf

15.411.000

4.944.600

Overige bestemmingsreserves t.b.v. afschrijvingen

3

Reserve afschrijvingen

2.886.800

2.433.800

4

Revitalisering Dierenstein

1.263.500

1.197.000

5

Fietscrossbaan FCCB

494.900

465.800

6

Verleggen Binnenlandse Baan

1.098.200

1.040.400

7

Onderdoorgang A29

1.827.600

1.506.600

8

Snelfietsroute F15 IJsselmonde

1.244.000

1.177.100

9

Koopliedenweg

118.800

101.200

10

10 flexibele camera's

150.900

150.900

11

2 ANPR camera's

220.000

110.000

12

Verkeers -en sociale veiligheid

2.005.000

2.015.000

13

Infrastructuur De Stationstuinen

0

470.000

14

Klimaatadaptatie

2.500.000

2.317.900

Totaal overige bestemmingsreserves t.b.v. afschrijvingen

13.809.700

12.985.700

Saldo

Saldo

Nr.

Naam Reserve

per 1-1-2022

per 1-1-2023

Overige bestemmingsreserves

15

Zuidpolder

2.042.900

1.500.000

16

Rekenkamer

21.200

21.200

17

Onderhoud gebouwen

2.655.200

2.743.400

*

Kleedkamers BVV

200.000

0

*

Natuur en recreatie

657.600

0

*

Bewonersinitiatieven

500.000

0

18

Verkeers- en sociale veiligheid

510.700

170.000

19

Klimaatadaptatie

0

0

20

Energietransitie

2.500.000

75.000

*

Betaalbaar wonen

2.942.200

0

21

Project De Stationstuinen

0

16.376.000

*

Innovatieve en duurzame economie

1.000.000

0

*

Afvalstoffenheffing

448.600

0

Totaal Overige bestemmingsreserves

13.478.400

20.885.600

Totaal reserves

55.331.400

52.150.100

Reserves gemarkeerd met een * zijn vervallen / opgeheven en worden in het volgende hoofdstuk niet verder beschreven.

4.2. Cijfermatig overzicht voorzieningen

Het cijfermatig beeld van de huidige voorzieningen is als volgt:

Saldo

Saldo

Nr.

Naam Voorziening

per 1-1-2022

per 1-1-2023

Voorziening voor verplichtingen, verliezen en risico's

1

Dubieuze debiteuren

422.500

422.500

2

Pensioenen wethouders

5.640.100

5.639.400

3

Wachtgelden voormalig wethouders

0

300.000

4

Glasschade

110.500

121.000

5

Naheffing btw sportparken

540.100

0

Totaal voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's

6.713.200

6.482.900

Saldo

Saldo

Nr.

Naam Voorziening

per 1-1-2022

per 1-1-2023

Voorzieningen grondexploitaties

6

Voorzieningen voor verlies actieve grondexploitaties

12.198.700

11.715.600

Totaal voorzieningen grondexploitaties

12.198.700

11.715.600

Voorzieningen onderhoud egalisatie

7

Vervanging riolering

0

0

Totaal voorzieningen onderhoud egalisatie

0

0

Voorzieningen beklemde middelen

8

Voorziening riool

6.735.000

5.511.200

9

Voorziening afvalstoffen

0

0

Totaal voorzieningen beklemde middelen

6.735.000

5.511.200

Totaal Voorzieningen

25.646.900

23.709.700

5. Indeling en doel huidige reserves en voorzieningen

5.1. Reserves

Om het inzicht in de reserves te vergroten en omdat de bestemmingsreserves uiteenlopende bestedingsdoelen hebben, is binnen Barendrecht de volgende indeling aangebracht binnen reserves:

1. Algemene reserve,
2. Reserve Grondbedrijf,
3. Bestemmingsreserves ten behoeve van afschrijvingslasten (ofwel gekoppelde reserves) en,
4. Overige bestemmingsreserves.

5.1.1. Algemene reserve

1. Algemene reserve

Doel:

De Algemene reserve bepaalt in belangrijke mate de beschikbare weerstand-capaciteit van de gemeente. De reserve is vrij besteedbaar en fungeert als buffer bij financiële tegenvallers.

Toevoeging / Onttrekking:

o Toevoeging of onttrekking van het jaarrekeningresultaat;

o Toevoeging door vrijval van vervallen bestemmingsreserves;

o Onttrekking door rechtstreekse bestemming.

Omvang:

Niet gemaximeerd. De norm van een gewenste weerstandscapaciteit van 1,4 is mede bepalend voor de minimale omvang.

Looptijd:

Onbeperkt. De Algemene reserve is wettelijk verplicht.

Bijzonderheden:

In de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing van de begroting en de jaarrekening berekenen we aan de hand van de gekwantificeerde risico’s de benodigde weerstandscapaciteit afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit (met name bepaald door de Algemene reserve) bepalen we of de weerstandsratio voldoet aan de gewenste norm van 1,4 (ruim voldoende).

5.1.2. Reserve grondbedrijf

2. Bedrijfsreserve grondbedrijf

Doel:

Het grondbedrijf beschouwen we in Barendrecht als een ‘gesloten circuit’. De Bedrijfsreserve Grondbedrijf heeft daarin feitelijk dezelfde functie als de Algemene reserve die heeft op de gemeentelijke dienstverlening en heeft als doel om de resultaten van de projecten binnen het grondbedrijf op te vangen.

Toevoeging / Onttrekking:

o Toevoeging of onttrekking van het resultaat bij afsluiting van een grond-exploitatie;

o Toevoeging door een verplichte tussentijdse winstneming;

o Toevoeging of onttrekking door mutatie van de verliesvoorziening.

Omvang:

Niet bepaald.

Looptijd:

Niet bepaald.

Bijzonderheden:

De bedrijfsreserve grondbedrijf zien we als de Algemene reserve van het grondbedrijf. De reserve is daarmee, voor het grondbedrijf, vrij besteedbaar.

De reserve speelt echter geen rol in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. De risico’s van het grondbedrijf zijn daarom ook niet meegewogen in de vaststelling van het benodigde weerstandsvermogen en de berekende weerstandsratio.

Voor verwachte verliezen op grondexploitaties vormen we een (wettelijk verplichte) voorziening.

Op 25 januari 2022 is bij raadsbesluit € 10.700.000 overgeheveld naar de nieuwe bestemmingsreserve Project De Stationstuinen en € 470.000 naar de nieuwe bestemmingreserve t.b.v. afschrijvingslasten Infrastructuur De Stationstuinen.

Op 5 juli 2022 is bij raadsbesluit € 457.000 overgeheveld uit de reserve betaalbaar wonen ter dekking van het hogere voorzienbaar tekort op de grondexploitatie Lagewei van € 457.000 als gevolg van de realisatie van betaalbare woningen.

5.1.3. Bestemmingsreserves ten behoeve van afschrijvingslasten (gekoppelde reserves)

3. Reserve afschrijvingen

Doel:

De reserve afschrijvingen is gevormd ter dekking van de afschrijvingslasten van de volgende investeringen:

– Pand bibliotheek,

– MFA Vrijheidspoort,

– RMPI-school,

– Integraal Huisvestingsplan I en II,

– Noodlokalen Dalton Lyceum,

– Uitbreiding begraafplaats, en,

– Vrachtwagenparkeerplaats.

Toevoeging / Onttrekking:

Onttrekkingen vinden plaats op basis van onderstaand schema, zoals vastgesteld in de Nota Reserves en Voorzieningen 2017:

Jaar

Stand 1/1

Onttrekking

2022

2.886.800

453.000

2023

2.433.800

413.000

2024

2.020.800

373.000

2025

1.647.800

333.000

2026

1.314.800

293.000

2027

1.021.800

253.000

2028

768.800

213.000

2029

555.800

173.000

2030

382.800

133.000

2031

249.800

93.000

2032

156.800

73.000

2033

83.800

53.000

2034

30.800

30.800

2035

0

0

Omvang:

Niet bepaald, maar maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investeringen.

Looptijd:

t/m 2034.

Bijzonderheden:

De reserve is, bij de vaststelling van de Nota Reserves en Voorzieningen 2011, ontstaan door het samenvoegen van een aantal gekoppelde bestemmingsreserves. Destijds is tevens besloten de koppeling met de individuele investeringen los te laten en de onttrekking volgens vaste bedragen per jaar te verlagen. Bij de vaststelling van de Nota Reserves en Voorzieningen 2017 zijn deze vaste bedragen herijkt (zie bovenstaand schema).

4. Revitalisering
Dierenstein

Doel:

In 2016 is deze reserve, groot € 1.330.000, gevormd ter dekking van de totale (toekomstige) afschrijvingslasten van de investeringen m.b.t. het project Revitalisering Dierenstein. Het project is in 2020 afgerond en kent een hoger investeringsbedrag dan de gekoppelde reserve, waardoor de afschrijvingslasten niet meer volledig uit deze reserve kunnen worden gedekt.

Toevoeging / Onttrekking:

De onttrekking is gebaseerd op de afschrijvingstermijn van 20 jaar. Dat betekent een jaarlijkse onttrekking € 1.330.000 / 20 = € 66.500.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2040 (gelijk met de afschrijvingen van de gekoppelde investering).

Bijzonderheden:

De reserve is ontoereikend om de totale afschrijvingslasten te dekken. De jaarlijkse onttrekking bedraagt € 66.500, tegenover jaarlijkse afschrijvingslasten van ca. € 114.000.

5. Fietscrossbaan FCCB

Doel:

Deze reserve is in 2016 voor € 582.200 gevormd ter dekking van de afschrijvingslasten van de investeringen in de aanleg van de wedstrijdbaan en de groen- en parkeervoorzieningen van Fietscross Club Barendrecht (FCCB).

Dit project is in 2018 afgerond. De afschrijving op de gekoppelde activa vindt plaats sinds 2019 (afschrijvingstermijn 20 jaar).

Toevoeging / Onttrekking:

De onttrekking is gebaseerd op de afschrijvingstermijn van 20 jaar. Dat betekent een jaarlijkse onttrekking € 582.200 / 20 = ca. € 29.100.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2038 (gelijk met de afschrijvingen van de gekoppelde investering).

Bijzonderheden:

In 2019 en 2020 is teveel onttrokken aan de reserve (€ 35.600 per jaar i.p.v. € 29.100 per jaar). In de jaarrekening 2021 is daarom eenmalig een lager bedrag onttrokken, zodat de reserve op het originele niveau komt.

6. Verleggen Binnenlandse Baan

Doel:

In 2017 is deze reserve gevormd (groot € 1.156.000) ter dekking van de afschrijvingslasten van de investeringen met betrekking tot het verleggen van de Binnenlandse Baan. In hetzelfde jaar is het bijbehorende investeringsbudget overgeboekt naar de investeringsbudgetten ten behoeve van het project Centrumaanpak.

Toevoeging / Onttrekking:

De onttrekking is gebaseerd op de afschrijvingstermijn van 20 jaar. Dat betekent een jaarlijkse onttrekking € 1.156.000 / 20 = € 57.800

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2040 (gelijk met de afschrijvingstermijn van de gekoppelde investering).

Bijzonderheden:

In 2019 en 2020 is jaarlijks € 43.600 aan de reserve onttrokken. De afschrijvingen voor het project Centrumaanpak starten naar verwachten echter in 2021. In de jaarrekening 2021 zijn de onjuiste onttrekkingen uit 2019 en 2020 gedoteerd aan de reserve. Vanaf 2021 onttrekken we het juiste bedrag van jaarlijks € 57.800.

7. Onderdoorgang A29

Doel:

Deze reserve is in 2016 gevormd voor een bedrag van € 3.500.000 en is bedoeld voor de dekking van de afschrijvingslasten van het investeringsproject onderdoorgang A29.

Toevoeging / Onttrekking:

De onttrekking is gelijk aan de jaarlijkse afschrijvingslasten. Deze bedragen vanaf 2022 ca. € 107.500.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2036 (gelijk met de afschrijvingstermijn van de gekoppelde investering).

Bijzonderheden:

De stand van de reserve is per 31 december 2021 hoger dan de boekwaarde van de gekoppelde activa. Het surplus in de reserve, ca. € 213.500 is bij de actualisatie van de reserves (raadsbesluit 5 juli 2022) vrijgevallen ten gunste van de algemene reserve.

8. Snelfietsroute F15 IJsselmonde

Doel:

De reserve is in 2016 gevormd voor een bedrag van € 1.244.000 en dient ter dekking van de afschrijvingslasten van de investering snelfietsroute F15 IJsselmonde.

Toevoeging / Onttrekking:

De begrote onttrekking bedraagt in 2022 € 66.900 en daarna, in verband met een nog te verwachten bijdrage in 2022 op het investeringsbudget, jaarlijks € 60.400. De onttrekkingen lopen synchroon met de begrote afschrijvingslasten.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2042 (gelijk met de afschrijvingstermijn van de gekoppelde investering).

Bijzonderheden:

In verband met de in 2022 begrote te ontvangen bijdrage bekijken we de stand van deze reserve eind 2022 om te bepalen of de stand overeenkomt met de boekwaarde van de gekoppelde activa. De prognose is dat er een overschot in de reserve ontstaat van ca. € 29.000 wat dan vrij kan vallen.

9. Koopliedenweg

Doel:

Bij de vaststelling van de jaarstukken 2015 is € 160.000 van de bestemmingsreserve stedelijke infrastructuur bestemd voor de benodigde aanpassingen aan de Koopliedenweg. Vanaf 2017 kent deze reserve het karakter van een afschrijvingslastenreserve i.v.m. wijzigingen van het BBV (verplichte afschrijving op investeringen met maatschappelijk nut).

Toevoeging / Onttrekking:

Jaarlijkse onttrekking van € 7.200, gelijk aan de jaarlijkse afschrijvingslasten.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2036 (gelijk met de afschrijvingstermijn van de gekoppelde investering).

Bijzonderheden:

De stand van de reserve is per 31 december 2021 hoger dan de boekwaarde van de gekoppelde activa. Het surplus in de reserve, ca. € 10.400, is bij de actualisatie van de reserves (raadsbesluit 5 juli 2022) vrijgevallen ten gunste van de algemene reserve.

10. 10 flexibele camera’s

Doel:

Deze reserve is in 2021 gevormd uit de reserve verkeers- en sociale veiligheid en dient ter dekking van de (toekomstige) afschrijvingslasten van de gekoppelde investering (10 flexibele camera’s) van € 150.900. De investering is naar verwachting in 2022 afgerond; de begrote afschrijvingen starten daarom vanaf 2023 met een termijn van vier jaar.

Toevoeging / Onttrekking:

Jaarlijkse (maximaal begrote) onttrekking van € 37.725, gelijk aan de jaarlijkse (begrote) afschrijvingslasten. De werkelijke onttrekking hangt af van de hoogte van de feitelijke investering.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2026 (gelijk met de afschrijvingstermijn van de gekoppelde investering).

Bijzonderheden:

Met het vaststellen van de 2e tussenrapportage 2020 heeft de raad ingestemd met de besteding van de Eneco-opbrengst, waaronder het instellen van de reserve verkeers- en sociale veiligheid ad. € 3.300.000. In maart 2021 heeft de raad het bestedingsplan goedgekeurd. Daarin is voorgesteld dit onderdeel als separate bestemmingsreserve t.b.v. afschrijvingslasten op te nemen.

11. 2 ANPR camera’s

Doel:

De reserve is in 2021 gevormd uit de reserve verkeers- en sociale veiligheid. Het originele bedrag bedroeg € 220.000; In de 2e Tussenrapportage 2022 is € 110.000 vrijgevallen ten gunste van de Algemene Reserve, omdat de prijzen van de camera's veel voordeliger blijken uit te pakken dan van tevoren was ingeschat.

De (toekomstige) afschrijvingslasten van de gekoppelde investering (2 ANPR camera’s) worden, na afronding van de investering (2022), vanaf 2023 gedekt uit deze reserve. De afschrijvingstermijn is vier jaar.

Toevoeging / Onttrekking:

Jaarlijkse (maximaal begrote) onttrekking van € 27.500, gelijk aan de jaarlijkse (begrote) afschrijvingslasten. De werkelijke onttrekking hangt af van de hoogte van de feitelijke investering.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2026 (gelijk met de afschrijvingstermijn van de gekoppelde investering).

Bijzonderheden:

Met het vaststellen van de 2e tussenrapportage 2020 heeft de raad ingestemd met de besteding van de Eneco-opbrengst, waaronder het instellen van de reserve verkeers- en sociale veiligheid ad. € 3.300.000. In maart 2021 heeft de raad het bestedingsplan goedgekeurd. Daarin is voorgesteld dit onderdeel als separate bestemmingsreserve t.b.v. afschrijvingslasten op te nemen.

12. Verkeers- en sociale veiligheid (deel afschrijvingslasten)

Doel:

Ook deze reserve is in 2021 gevormd uit de reserve verkeers- en sociale veiligheid en dient ter dekking van de (toekomstige) afschrijvingslasten van een aantal gekoppelde investeringen:

Aanpak onveilige locaties:

Begrote investering

3e Barendrechtseweg, Kilpad, Leedepad

€ 50.000,00

1e Barendrechtseweg, Eurekaweg, Fennaweg

€ 35.000,00

Avenue Carnisse - Zuidersingel

€ 100.000,00

2e Barendrechtseweg, Buitenlandse Baan

€ 40.000,00

Gouwe en Gebroken Meeldijk

€ 20.000,00

2e Barendrechtseweg, Mr. Lohmanstraat

€ 100.000,00

Subtotaal aanpak onveilige locaties

€ 345.000,00

Veilige inrichting 30 km/h wegen:

Begrote investering

Riedermorgen

€ 280.000,00

Harplaan

€ 35.000,00

Klavecimbelweg

€ 35.000,00

Jaagpad

€ 390.000,00

Gouwe en Gebroken Meeldijk

€ 20.000,00

Subtotaal veilige inrichting 30 km/h wegen:

€ 760.000,00

Herinrichting wegen van 50 naar 30 km/h:

Begrote investering

Dudokdreef

€ 400.000,00

Boerhaavelaan

€ 400.000,00

Subtotaal herinrichting wegen van 50 naar 30 km/h:

€ 800.000,00

Aanpak geluidshinder verkeersaso's

€ 100.000,00

Totaal begrote investeringen (=totaal hoogte reserve)

€ 2.005.000,00

Toevoeging / Onttrekking:

Jaarlijkse (maximaal begrote) onttrekking gelijk aan de jaarlijkse (begrote) afschrijvingslasten. De werkelijke onttrekking hangt af van de hoogte van de feitelijke investering.

In 2022 is voor het project Gouwe en Gebroken Meeldijk nog € 10.000 extra gedoteerd.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investeringen.

Looptijd:

t/m 2042 (gelijk met de afschrijvingstermijn van de gekoppelde investeringen). Dit is echter afhankelijk van het investeringstempo.

Bijzonderheden:

Met het vaststellen van de 2e tussenrapportage 2020 heeft de raad ingestemd met de besteding van de Eneco-opbrengst, waaronder het instellen van de reserve verkeers- en sociale veiligheid ad. € 3.300.000. In maart 2021 heeft de raad het bestedingsplan goedgekeurd. Daarin is voorgesteld dit onderdeel als separate bestemmingsreserve t.b.v. afschrijvingslasten op te nemen.

Deze bestemmingsreserve presenteren we in deze nota als een geheel. In de P&C-documenten zijn de onderliggende ‘sub-reserves’ wel apart zichtbaar.

13. Infrastructuur De
Stationstuinen

Doel:

Op 25 januari 2022 heeft de raad ingestemd met het instellen van een investeringsbudget van € 470.000 ten behoeve van de aanleg ontsluitingsweg Stationstuinen. In dezelfde raadsvergadering is besloten € 470.000 over te hevelen van de reserve grondbedrijf naar de nieuw te vormen reserve infrastructuur De Stationstuinen ter dekking van de afschrijvingslasten van deze investering.

Toevoeging / Onttrekking:

Vanaf 2023 jaarlijkse (maximaal begrote) onttrekking van € 15.700, gelijk aan de jaarlijkse (begrote) afschrijvingslasten. De werkelijke onttrekking hangt af van de hoogte van de feitelijke investering.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investering.

Looptijd:

t/m 2052 (gelijk met de afschrijvingstermijn van de gekoppelde investering). Dit is echter afhankelijk van het investeringstempo.

Bijzonderheden:

Geen

14. Klimaatadaptatie (deel afschrijvingslasten)

Doel:

Deze reserve is bij de 2e Turap 2020 gevormd uit de inzet van de Eneco gelden en is bedoeld om een deel van de Eneco-opbrengst, € 2.500.000, beschikbaar te stellen ten behoeve van het werken aan en naar een klimaatbestendige infrastructuur.

De raad heeft in september 2021 ingestemd met de inzet van de reserve in daadwerkelijke projectbudgetten en de bijbehorende investeringsbudgetten geautoriseerd. De reserve is daarbij (deels) omgezet naar een reserve t.b.v. afschrijvingslasten. Het betreft de volgende (investerings-)projecten:

Project

Indicatie kosten

Klimaatadaptief inrichten Oude Dorpskern

€ 1.084.000

Aanpak wateroverlast Oranjewijk

€ 106.900

Klimaatadaptief inrichten Havenhoofd Carnisselande

€ 1.127.000

Totaal reserve

€ 2.317.900

De reserve voor het project Groene Parels is opgenomen onder de overige bestemmingsreserves.

Toevoeging / Onttrekking:

Jaarlijkse (maximaal begrote) onttrekking gelijk aan de jaarlijkse (begrote) afschrijvingslasten. De werkelijke onttrekking hangt af van de hoogte van de feitelijke investering.

Omvang:

Maximaal het bedrag van de boekwaarde van de gekoppelde investeringen.

Looptijd:

t/m 2050.

Bijzonderheden:

De afschrijvingslasten worden gedekt uit incidentele middelen. Hierdoor is er na afloop van de afschrijvingstermijn van gemiddeld 20 jaar geen dekking meer voor vervanging van deze investeringen. Daarbij wordt opgemerkt dat directe vervanging na de afschrijvingstermijn wordt beoordeeld aan de dan optredende stand van zaken.

5.1.4. Overige bestemmingsreserves

15. Zuidpolder

Doel:

Uit deze reserve worden de kosten van verwerving, inrichting en plankosten van het recreatiegebied Zuidpolder gedekt (fase 2.1). De reserve is in 2009 gevormd voor € 1.000.000 uit de reserve grondbedrijf. In de afgelopen jaren zijn de saldi van de ontvangen bijdragen en de gemaakte kosten jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan deze reserve. Per 1 januari 2022 bedraagt de stand van deze reserve (afgerond) € 2.042.900.

Toevoeging / Onttrekking:

Toevoeging of onttrekking vind plaats aan de hand van het jaarresultaat van het project.

Omvang:

Niet bepaald.

Looptijd:

De reserve loopt door tot en met het realiseren van de Zuidpolder fase 2.1 (naar verwachting eind 2023).

Bijzonderheden:

Aan de hand van het jaarlijks resultaat van het project vindt onttrekking of toevoeging bij de jaarrekening plaats. Ca. €500.000 verwachten we in de tweede helft van 2022 te besteden. Ca. €1.500.000 in 2023. De start is afhankelijk van de uitkomst van een ontheffingsverzoek.

16. Rekenkamer

Doel:

Deze reserve is ingesteld om de onafhankelijkheid van de rekenkamer te waarborgen. De voeding van deze reserve komt uit het overschot op de exploitatie van de rekenkamer.

Toevoeging / Onttrekking:

o Toevoeging van het overschot van het budget van de rekenkamer bij de vaststelling van de jaarrekening (tot de maximaal toegestane omvang);

o Onttrekking van het tekort van de budget van de rekenkamer bij de vaststelling van de jaarrekening (tot maximaal de hoogte van de reserve).

Omvang:

Maximaal 40% van het vastgestelde jaarbudget van de rekenkamer.

Looptijd:

Niet bepaald.

Bijzonderheden:

De stand van de reserve per 1 januari 2022 bedraagt € 21.200. Op grond van de gemaximeerde omvang van 40% van het jaarbudget (2022: € 64.300) mag de reserve in 2022 € 25.720 bedragen. Afhankelijk van het jaarresultaat van de rekenkamer vullen we de reserve aan tot maximaal dit bedrag.

17. Onderhoud gebouwen

Doel:

Deze bestemmingsreserve is bedoeld om de kosten te dekken van planmatig onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen en schommelingen te egaliseren.

Toevoeging / Onttrekking:

Jaarlijkse storting ten laste van de exploitatiebegroting op basis van benodigd meerjarig onderhoud. De onderhoudsuitgaven worden continu in relatie gebracht met de meerjarenonderhoudsplannen.

Omvang:

Niet bepaald.

Looptijd:

Niet bepaald.

Bijzonderheden:

In 2023 worden deze plannen geactualiseerd en bekeken of de jaarlijkse storting voldoende is om alle toekomstige onderhoudsuitgaven te kunnen (blijven) afdekken.

18. Verkeers- en sociale veiligheid (deel overige bestemmingsreserves)

Doel:

Deze reserve is bedoeld ter dekking van de plannen die zijn voorgesteld in het door de raad in 2021 goedgekeurde plan ‘Investeren in Verkeers- en Sociale Veiligheid’ en geeft invulling aan de raadsmotie ‘Sociale en Verkeersveiligheid’.

In de 2e Turap 2020 is deze reserve voor € 3.300.000 gevormd uit de inzet van de Eneco-gelden. Daarvan is € 2.375.900 na vaststelling van het bovengenoemde plan overgeboekt naar de bestemmingsreserves t.b.v. afschrijvingslasten (zie nrs. 10, 11 en 12). Het restant dient ter dekking van de volgende projecten:

Project

Indicatie kosten

Uitwerking veiligheidsprojecten 2021 t/m 2023

€ 120.000

Initiatieven uit de wijken

€ 100.000

Opstellen totaalvisie cameratoezicht / bewaking

€ 50.000

Extra BOA-capaciteit

€ 228.000

Projecten verbeteren wijkveiligheid

€ 100.000

Verminderen jeugd- en excessief geweld

€ 15.000

Bouw en constructieveiligheid

€ 94.400

Communicatie*

€ 30.000

Totaal reserve

€ 737.400

Toevoeging / Onttrekking:

Onttrekking worden begroot c.q. vinden plaats aan de hand van de geraamde respectievelijk gerealiseerde lasten (per begrotingsjaar) tot het maximum van het nog beschikbare bedrag van de bovengenoemde subreserve (projectbudget).

Omvang:

Niet bepaald

Looptijd:

t/m 2030. Naar verwachting zijn deze projecten eerder afgerond.

Bijzonderheden:

Een deel van de onttrekkingen (en bijbehorende lasten) is nog niet in de begroting opgenomen. Deze ‘subreserves’ zijn in bovenstaand overzicht met een asterisk gemarkeerd. Daarnaast is voor een deel van de reserve nog geen bestedingsplan opgesteld.

Bij de vaststelling van de actualisatie reserves (raadsbesluit 5 juli 2022) is het restant van de bestemmingsreserve verkeers- en sociale veiligheid waarvoor geen bestedingsplan is gedefinieerd (€ 186.700) vrijgevallen ten gunste van de Algemene Reserve.

19. Klimaatadaptatie (deel overige bestemmingsreserves)

Doel:

Deze reserve is bij de 2e Turap 2020 gevormd uit de inzet van de Eneco gelden en is bedoeld om een deel van de Eneco-opbrengst, € 2.500.000, beschikbaar te stellen ten behoeve van het werken aan en naar een klimaatbestendige infrastructuur. Een deel van deze reserve is gepresenteerd onder de reserves ten behoeve van afschrijvingslasten (zie no.14). Het restant van € 182.100 dient ter dekking van het project Groene Parels.

Toevoeging / Onttrekking:

Onttrekking worden begroot c.q. vinden plaats aan de hand van de geraamde respectievelijk gerealiseerde lasten (per begrotingsjaar) tot het maximum van het nog beschikbare bedrag van de bovengenoemde reserve.

Omvang:

Niet bepaald.

Looptijd:

Niet bepaald.

Bijzonderheden:

Geen.

20. Energietransitie

Doel:

Deze reserve is bij de 2e Turap 2020 gevormd uit de inzet van de Eneco gelden en is bedoeld om een deel van de Eneco-opbrengst, € 2.500.000, beschikbaar te stellen om de transitie naar duurzame energie voor Barendrechters mogelijk te maken.

Bij de actualisatie van de reserves (RB 5 juli 2022) heeft de raad besloten een groot deel van de reserve, € 2.425.000, te laten vervallen. Er resteert daarna nog € 75.000 ter dekking van de volgende projecten.

Project

Indicatie kosten

Planvorming zon op parkeerplaatsen

€ 50.000

Realisatie pilot 10 bi-directionele oplaadpalen

€ 25.000

Totaal reserve

€ 75.000

Toevoeging / Onttrekking:

Onttrekking worden begroot c.q. vinden plaats aan de hand van de geraamde respectievelijk gerealiseerde lasten (per begrotingsjaar) tot het maximum van het nog beschikbare bedrag van de bovengenoemde reserve.

Omvang:

Niet bepaald.

Looptijd:

Niet bepaald.

Bijzonderheden:

Geen.

21. Project De
Stationstuinen

Doel:

Op 25 januari 2022 heeft de raad het ontwikkelkader en financieringsvoorstel voor De Stationstuinen vastgesteld. Met dit project beogen we een nieuw gemengd gebied met ruimte voor ca. 3.200 woningen en voorzieningen, start-ups, bedrijven en kennis- en opleidingsinstituten op het gebied van voedsel en gezondheid.

De businesscase om De Stationstuinen tot ontwikkeling te brengen, kent een publiek tekort van €25,9 miljoen. Een deel van dit tekort (50%) wordt gedekt uit de subsidie Woningbouwimpuls van het Rijk. Om de overige 50% te dekken van het publieke tekort, is deze reserve gevormd, door middel van overhevelingen uit uit de reserve Grondbedrijf (€ 10.700.000) en de reserve Betaalbaar wonen (€1.770.000). De totale bijdrage vanuit de gemeente bedraagt € 12.940.000,- voor de komende ca. 10 jaar (inclusief reserve Infrastructuur De Stationstuinen ad. € 470.000).

Daarnaast is eind 2022 € 4.999.950 overgeheveld uit de algemene reserve ter dekking van de cofinancieringseis van 35% van het Ministerie van BZK voor de versnellingsgelden woningbouw voor De Stationstuinen

Toevoeging / Onttrekking:

De projectorganisatie geeft jaarlijks in de voortgangsrapportage aan hoeveel budget nodig is voor o.a. plankosten, parkeren, bouwrijp maken en bovenplanse kosten. Hiervoor wordt aan de raad een besluit gevraagd.

Voor 2022 is een onttrekking van € 1.090.000 begroot ten behoeve van de voortgang van het project (plankosten).

Omvang:

Niet bepaald.

Looptijd:

Ca. 10 jaar, tot en met 2031.

Bijzonderheden:

Geen.

5.2. Voorzieningen

Net als bij de reserves is, om het inzicht te vergroten, een indeling aangebracht binnen voorzieningen. In Barendrecht onderscheiden we:

1. Voorziening voor verplichtingen, verliezen en risico’s,
2. Voorziening grondexploitaties,
3. Voorziening onderhoud egalisatie, en,
4. Voorziening beklemde middelen.

5.2.1. Voorziening voor verplichtingen, verliezen en risico’s

1. Dubieuze debiteuren

Doel:

Afdekken van het risico van oninbaarheid van openstaande posten.

Omvang:

De hoogte van de voorziening wordt per jaar bepaald aan de hand van de debiteurenanalyse per 31 december.

Looptijd:

Onbepaald.

Bijzonderheden:

De stand van de voorziening dubieuze debiteuren brengen we, conform de verslaggevingsregels, in mindering op het saldo van de post debiteuren (aan de debetzijde van de balans).

2. Pensioenen wethouders

Doel:

Conform de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers is de gemeente verplicht de toekomstige pensioenoverdrachten van wethouders af te dekken.

Omvang:

Jaarlijks wordt in opdracht van de gemeente de hoogte van het doelvermogen berekend.

Looptijd:

Onbepaald.

Bijzonderheden:

Geen.

3. Wachtgelden voormalig wethouders

Doel:

Het kunnen voldoen aan de wachtgeldverplichtingen van voormalig wethouders.

Omvang:

De waarde van de wachtgeldverplichtingen moet gelijk zijn aan de som van de lopende verplichtingen voor de gehele wachtgeldperiode, dus deze zijn kalenderjaar overschrijdend.

Looptijd:

Onbepaald.

Bijzonderheden:

Geen.

4. Glasschade

Doel:

In verband met hoge premies en het risico van nacalculatie is besloten geen verzekeringscontract meer af te sluiten voor glasschade aan nieuwe basisscholen. In plaats daarvan is deze voorziening gevormd.

Omvang:

Jaarlijks wordt bezien of de storting t.l.v. de exploitatie nog voldoende is om de werkelijke kosten van glasschade af te kunnen dekken. In de begroting is de storting vanaf 2023 afgeraamd.

Looptijd:

Onbepaald.

Bijzonderheden:

Geen.

5. Naheffing BTW sportparken

Doel:

De Belastingdienst heeft na een boekenonderzoek in 2013 het standpunt ingenomen dat de gemeente de sportparken Smitshoek en de Bongerd btw-vrij heeft verhuurd en daarom geen recht heeft op teruggaaf van btw op de kosten.

Deze voorziening is gevormd om de kosten van naheffing / terugvordering te dekken.

Omvang:

De geschatte kosten van terugvordering en proceskosten.

Looptijd:

Tot het eindarrest van de Hoge Raad (naar verwachting 2022).

Bijzonderheden:

Tegen de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam is beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

5.2.2. Voorziening grondexploitaties

6. Voorzieningen voor verlies actieve grondexploitaties

Doel:

Voor grondexploitaties met een verwacht negatief eindresultaat wordt een (verplichte) voorziening getroffen ter grootte van het voorziene resultaat. De voorziening wordt per grondexploitatie vastgesteld.

Omvang:

De hoogte van deze voorzieningen wordt op basis van de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitatieplannen bij de jaarrekening bijgesteld.

Looptijd:

Na afronding van de grondexploitatie.

Bijzonderheden:

Verliesvoorzieningen voor grondexploitaties moeten op de boekwaarde (actiefzijde) in mindering worden gebracht. De commissie BBV heeft echter een uitspraak gedaan waarin is bepaald dat dit tot maximaal de boekwaarde van de grondexploitatie kan gebeuren. Als het verwachte verlies op basis van de meerjarenprognose groter is, moet het restant onder de voorzieningen aan de passiefzijde van de balans worden opgenomen.

5.2.3. Voorziening onderhoud egalisatie

7. Riolering

Doel:

Deze voorziening is bedoeld voor toekomstige vervangingsinvesteringen van het huidige rioolstelsel. Jaarlijks wordt vanuit de rioolheffing een bedrag hiervoor aan de voorziening toegevoegd.

Omvang:

Niet bepaald.

Looptijd:

Onbepaald.

Bijzonderheden:

De hoogte van de storting en onttrekking is afhankelijk van de werkelijke uitgaven.

5.2.4. Voorziening beklemde middelen

8. Rioolheffing

Doel:

Deze voorziening dient om schommelingen in de kosten en het tarief van de rioolheffing op te vangen.

Omvang:

Niet bepaald. Positieve exploitatiesaldi op het product riool worden gedoteerd, negatieve exploitatiesaldi onttrokken.

Looptijd:

Onbepaald.

Bijzonderheden:

Geen.

9. Afvalstoffenheffing

Doel:

Deze voorziening dient om schommelingen in de kosten en het tarief van de afvalstoffenheffing op te vangen.

Omvang:

Niet bepaald. Positieve exploitatiesaldi op het product afval worden gedoteerd, negatieve exploitatiesaldi onttrokken.

Looptijd:

Onbepaald.

Bijzonderheden:

De voorziening is leeg per 1 januari 2022. We houden de voorziening echter in stand voor mogelijk toekomstig gebruik.

6. Inwerkingtreding en ondertekening

Deze nota treedt in werking op de dag na de bekendmaking. De “Nota reserves en voorzieningen Barendrecht 2017-2020” zoals vastgesteld op 30 mei 2017 vervalt op bovenstaande datum.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 24 januari 2023.
De griffier, mevr. C.M. Krouwel
De Voorzitter, drs. G. Veldhuijzen

Terug naar het vergunningen overzicht

Details van vergunning

  • BeschrijvingNota Reserves en Voorzieningen Gemeente Barendrecht 2022 – 2025
  • Soortofficielepublicaties ()
  • Gepubliceerd op06-02-2023
  • Start06-02-2023
  • Straatnaam
  • Postcode

- Advertentie (?) -