Delen

- Advertentie (?) -

Aanwijzingsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/ Besluit omgevingsrecht alsmede Delegatiebesluit Wet ruimtelijke ordenin

20-01-2023

Aanwijzingsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/ Besluit omgevingsrecht alsmede Delegatiebesluit Wet ruimtelijke ordenin

De raad van de gemeente Barendrecht; overwegende, dat met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht het gewenst is om categorieën gevallen aan te wijzen, waarvoor bij een omgevingsvergunning, waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan geen 'verklaring van geen bedenkingen' van de raad is vereist. Het gewenst is voor enerzijds die categorieën gevallen en anderzijds voor zover het betrekking heeft op een wijzigingsplan zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a Wro, het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan te delegeren aan het college. Dat het aantal momenten waarop de commissie Ruimte kennis moet nemen van een ontwerpbestemmingsplan beperkt kan worden. Het ontwerpbestemmingsplan, onder voorwaarden door het college ter inzage gelegd kan worden. De leden van de raad wel de mogelijkheid dienen te behouden om het ontwerpbestemmingsplan te bespreken in een vergadering van de commissie Ruimte; gelet op artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 6.5 derde lid van het Besluit omgevingsrecht en het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening artikel 6.12 lid 3 en de Algemene wet bestuursrecht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011 ; gelet op het advies van de commissie Ruimte van 22 november 2011
besluit:

1.
Wijziging procedure omgevingsvergunning + ruimtelijke onderbouwing

Onderstaande categorieën gevallen aanwijzen waarvoor geen 'verklaring van geen bedenkingen' moet worden aangevraagd bij de raad.

a) Alle ruimtelijke projecten die passen binnen een door de raad vastgestelde gebiedsvisie.
b) Alle ruimtelijke projecten die passen binnen een door de raad vastgestelde stedenbouwkundige randvoorwaarden.
c) Alle ruimtelijke projecten die binnen het gebied liggen waarvoor een nota van uitgangspunten door de raad is vastgesteld.
d) Alle ruimtelijke projecten die maximaal 10 woningen bedragen of maximaal 2000 m2 bruto vloeroppervlak zijn.
e) Het uitvoeren van werken of werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde.
f) Het bouwrijp maken, ophogen en het verrichten van andere noodzakelijke werken en werkzaamheden in stedelijk gebied.
g) Het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan voor maximaal 5 jaar indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
h) Een gebruiksvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk met het oog op de brandveiligheid.

2.
Delegatie exploitatieplannen voor aangewezen categorieën van gevallen

Het nemen van een besluit over het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan in combinatie met één van de hierboven genoemde categorieën gevallen (a t/m h) te delegeren aan het college van Burgemeester en Wethouders. Het nemen van een besluit over het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan, voor zover het betrekking heeft op een wijzigingsplan, zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder — a Wro te delegeren aan het college van Burgemeester en Wethouders.

3.
Vereenvoudiging werkwijze bestemmingsplannen

3.1 Projectbestemmingsplannen
In te stemmen met de navolgende procedure voor projectbestemmingsplannen.

a) Voor ruimtelijke projecten waar een gebiedsvisie is vastgesteld door de raad behoeft het voorontwerp en op voorhand het ontwerpbestemmingsplan niet in de commissie ruimte behandeld te worden.
b) Voor ruimtelijke projecten waar stedenbouwkundige randvoorwaarden door de raad zijn vastgesteld behoeft het voorontwerp en op voorhand het ontwerpbestemmingsplan niet in de commissie ruimte behandeld te worden.
c) Voor ruimtelijke projecten waar een nota van uitgangspunten door de raad zijn vastgesteld behoeft het voorontwerp en op voorhand het ontwerpbestemmingsplan niet in de commissie ruimte behandeld te worden.
d) Voor de ontwikkeling van maximaal 10 woningen of maximaal 2000 m2 bruto vloeroppervlak behoeft het voorontwerp en op voorhand het ontwerpbestemmingsplan niet in de commissie ruimte behandeld te worden.
e) De gemeenteraad wordt schriftelijk in kennis gesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van het voornemen om het ontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen. Gelijkertijd wordt de gemeenteraad schriftelijk in kennis gesteld van de binnen gekomen inspraak- en overlegreacties en de beantwoording daarop van het college van Burgemeester en Wethouders.
f) Binnen twee weken na dagtekening van de brief waarmee de gemeenteraad in kennis wordt gesteld van het voornemen om het ontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen, beslist de gemeenteraad of het ontwerpbestemmingsplan eerst behandeld moet worden in de commissie Ruimte. Behandeling in de commissie Ruimte vindt plaats als daarom door tenminste een Vijfde deel van de raadsleden wordt verzocht.
g) Na tervisielegging wordt het ontwerpbestemmingsplan met de ingebrachte zienswijze(n) eerst behandeld door de commissie Ruimte voordat deze ter vaststelling aan de gemeenteraad wordt aangeboden.

3.2 Consoliderende bestemmingsplannen
In te stemmen met de navolgende procedure voor consoliderende bestemmingsplannen.

a) Het voorontwerp en op voorhand het ontwerp van een consoliderend bestemmingsplan te laten vrijgeven door het college van Burgemeester en Wethouders en niet te behandelen in de commissie Ruimte.
b) Het voorontwerp en op voorhand het ontwerpbestemmingsplan van een consoliderend bestemmingsplan dat een nieuwe ontwikkeling bevat, waarvoor een gebiedsvisie is vastgesteld door de raad, niet te behandelen in de commissie Ruimte.
c) Het voorontwerp en op voorhand het ontwerpbestemmingsplan van een consoliderend bestemmingsplan dat een nieuwe ontwikkeling bevat, waarvoor stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn vastgesteld door de raad, niet te behandelen in de commissie Ruimte.
d) Het voorontwerp en op voorhand het ontwerpbestemmingsplan van een consoliderend bestemmingsplan dat een nieuwe ontwikkeling bevat van maximaal 10 woningen of maximaal 2000 m2 bruto vloeroppervlak, niet te behandelen in de commissie Ruimte.
e) De gemeenteraad wordt schriftelijk in kennis gesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van het voornemen om het ontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen. Gelijkertijd wordt de gemeenteraad schriftelijk in kennis gesteld van de binnen gekomen inspraak- en overlegreacties en de beantwoording daarop van het college van Burgemeester en Wethouders.
f) Binnen twee weken na dagtekening van de brief waarmee de gemeenteraad in kennis wordt gesteld van het voornemen om het ontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen, beslist de gemeenteraad of het ontwerpbestemmingsplan eerst behandeld moet worden in de commissie Ruimte. Behandeling in de commissie Ruimte vindt plaats als daarom door tenminste een vijfde deel van de raadsleden wordt verzocht.
g) Na tervisielegging wordt het ontwerpbestemmingsplan met de ingebrachte zienswijze(n) eerst behandeld door de commissie Ruimte voordat deze ter vaststelling aan de gemeenteraad wordt aangeboden.

4.
Delegatiebesluit van 15 december 2008 in te trekken.

5.
Voornoemde besluiten in werking te laten treden op de dag na publicatie in de Blik op Barendrecht.

Aldus besloten in openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht van 29 november 2011. De griffier, Mevr. mr. G.E. Figge
de voorzitter,
drs. j. van Belzen

Terug naar het vergunningen overzicht

Details van vergunning

  • BeschrijvingAanwijzingsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/ Besluit omgevingsrecht alsmede Delegatiebesluit Wet ruimtelijke ordenin
  • Soortofficielepublicaties (Bestuur | Organisatie en )
  • Gepubliceerd op20-01-2023
  • Start20-01-2023
  • StraatnaamOmgevingsrecht
  • Postcode

- Advertentie (?) -