Delen

- Advertentie (?) -

Verordening hondenbelasting 2019

24-12-2018

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2019

De raad van de gemeente Barendrecht; overwegende dat de gemeenteraad de Begroting 2019 vaststelt; dat de verordening en de bijbehorende tarievenlijst voor 2019 dient te worden vastgesteld door de gemeenteraad; dat de vaststelling geschiedt in overeenstemming met de Begroting 2019; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018; gelet op het advies van de commissie Planning en Control van 26 november 2018; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

besluit:
vast te stellen de volgende

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2019

Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is de houder van de hond.2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen 1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.2. De belasting wordt niet geheven voor honden:
a. die zijn opgeleid tot en dienenals blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;
b. die zijn opgeleid tot en dienenals gehandicaptenhond en in hoofdzaakals zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;
c. die verblijven in een hondenasiel;
d. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad wordengehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;
e. die jonger zijn dan drie maanden,voor zover zij tezamen met de moeder-hond worden gehouden;
f. waarvan de houder geen ingezetene van de gemeenteis en de hond niet langer dan 106 dagen in de gemeente verblijft;
g. die gehouden worden door ambtenaren van de politie, ter verrichting van opsporingsdiensten, mits de houder in het bezit is van een geldend diplomader Koninklijke Politiehondenvereniging.
3. Een verzoektot vrijstellingen dient zoveel mogelijkgelijktijdig met de aangifte te worden ingediend bij de heffingsambtenaar.4. Op het verzoek wordt beslist bij een voor bezwaar vatbare beschikking

Artikel 4 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief De belasting als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Aangifteplicht 1. De belastingplichtige is verplicht van wijzigingen in het aantalhonden dat hij houdt, of indien een vrijstelling niet meer van toepassing is, op een juiste wijze aangifte te doen, binnen 6 weken na datum van de wijziging. Dit geldt tevens voor wijzigingen die van invloed kunnen zijn op verkregen vrijstellingen.2. Indien geen aangifte is gedaan voor het houden van een hond of ter zake van het wijzigen van het aantal hondenof het vervallen van de vrijstelling, waardoorde belasting hoger wordt, kan aan de houder een aanslag worden opgelegd. De verschuldigde belasting wordt berekend als ware de belastingplichtige de houder van deze hond gedurende het gehele belastingtijdvak, tenzij anders blijkt.3. Bij constatering van een onjuiste aangifte dan wel het nalaten van het doen van aangifte waardoor het belastingbedrag zou hoger zou worden, kan de heffingsambtenaar een verzuimboete opleggen naar het boetebedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 9 Hondenpenning 1. Voor elke hond wordt, nadat hiervoor aangifte is gedaan, door de Gemeente Barendrecht kosteloos een eerste penning uitgereikt. De hondenpenning blijfteigendom van de Gemeente Barendrecht2. De belastingplichtige dient ervoor zorg te dragen dat, indien de hond zich op de openbare weg bevindt, de penning als bedoeld in lid 1, duidelijk zichtbaar om de hals van de hond wordt gedragen. Bij het niet dragen van de penning kan aan de houder van de hond een verzuimboete worden opgelegd, die wordt geheven naar het boetebedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.3. Bij verliesvan de penning moet door de belastingplichtige, binnenvijf werkdagen een nieuwe penning worden aangevraagd. Voor vervangende penningen zijn leges verschuldigd, zoals opgenomen in de Verordening op de heffing en invordering van leges.4. Indien de belastingplichtige geen houder meer is van de hond,dient de penninggelijktijdig met de aangifte hiervan in de zin van artikel 8, te wordeningeleverd.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeeltenvan de voor dat jaar verschuldigde belastingals er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt,dan wel het aantal honden in de loop van het belastingtijdvak vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzijhet bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.4. Belastingbedragen van minder dan € 9,-- worden niet geheven.5. Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en het vierde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 11 Termijnen van betaling 1. In afwijkingvan artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnenworden afgeschreven, dat de aanslagenmoeten worden betaald in tien gelijketermijnen. De eerstetermijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De “Verordening hondenbelasting 2018” van 19 december2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstandedat zij van toepassing blijft op de belastbare feitendie zich voor die datum hebben voorgedaan.2. Deze verordening treedt in werkingmet ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening hondenbelasting 2019”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 18 december 2018.

De griffier,
mw. mr. G.E.
Figge
De voorzitter,
drs. J. van
Belzen

Tarieventabel Hondenbelasting 2019 behorende bij de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2019

De belasting bedraagt per belastingjaar

1.

a. voor een eerste hond
• het bedrag per maand is

€ 101,30
€ 8,50

b. indien gelijktijdig twee honden worden gehouden, wordt het bij a. genoemde bedrag verhoogd met
• het bedrag per maand is

€ 139,20

€ 11,60

c. indien gelijktijdig meer dan twee honden worden gehouden, wordt per hond boven het aantal van twee gelijktijdig gehouden honden, de som van de bij a en b genoemde bedragen verhoogd met
• het bedrag per maand is

€ 154,70


€ 12,90

2.

• In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per kennel
• het bedrag per maand is

€ 394,80


€ 32,90

3.

• Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden, indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag

4.

• De verzuimboete die wordt opgelegd in het kader van de verordening Hondenbelasting bedraagt:

€ 99,70

Terug naar het vergunningen overzicht

Details van vergunning

  • BeschrijvingVerordening hondenbelasting 2019
  • Soortverordeningen en reglementen (bekendmaking)
  • Gepubliceerd op24-12-2018
  • Start24-12-2018
  • Straatnaam
  • Postcode

- Advertentie (?) -